Bolivia (2024)
In juli-augustus 2024 stond een uitgebreide rondreis door Bolivia op het programma. Onze avonturen waren via de blogs te volgen. Hieronder een samenvoeging van alle geplaatste blogs (met foto's), die samen een volledig verslag vormen. De verslagen zijn gemaakt en gepost tijdens de vakantie. Soms met gebrek aan tijd (of met even iets minder zin), soms juist weer lekker volledig. Na de reis zijn de blogs zo weinig mogelijk aangepast, het is gewoon een weergave van hoe de reis op dat moment is beleefd. Opgemerkte tekstuele en grammaticale fouten zijn wel later wel doorgevoerd. Het fotoverslag is wel iets aangepast, ook zijn watermerken toegevoegd.



Voorpret: Rondreis Bolivia (gepost op 9 juli 2024)
Het is weer zover: de vakantiekriebels borrelen weer op. Nog een aantal dagen en dan begint er weer een nieuw avontuur, Bolivia is de bestemming! Drie weken lang reizen door een prachtig land, van jungle tot hoge bergen, van drukke steden tot onbewoonde natuur, van ijskoud tot loeiheet. Het wordt een heel diverse reis. We starten in de grote stad Santa Cruz met van daaruit een natuurtripje naar Amboró NP. Mooie rode rotsen steken boven het bos uit, mooie wandelingen met veel vogels en dieren liggen in het verschiet. Daarna via Santa Cruz richting de hoger gelegen hoofdstad Sucre, om daarna verder te stijgen tot boven 4.000 m. Daar wachten de zoutvlaktes van Uyuni, waarschijnlijk toch wel het hoogtepunt van de reis. Na een paar dagen over grote, lege vlaktes wordt doorgereisd naar weer een grote stad: La Paz. Ook daar zal weer genoeg te zien zijn. Daarna dalen we terug richting Santa Cruz, als tussenstop naar de laatste bestemming van de reis: Kaa Iya NP. Een erg warme, maar prachtige plek. Hopelijk kunnen we tijdens dit kampeertripje van een paar dagen in de natuur jaguars of poema's spotten.
Maar eerst nog maar even de laatste voorbereidingen afronden. Alle spullen liggen al uitgestald op het logeerbed, de laatste spullen worden deze week nog aangeschaft. Nog even aftellen en we kunnen op pad!
Dag 1 en 2: lange nacht en acclimatiseren
We zijn weer op avontuur! En daar hoort inmiddels traditiegetrouw ook bij het regelmatig maken van een verslag om iedereen op de hoogte te houden. Het eerste verslag van een reis gaat daarbij uiteraard over de heenreis en met een bestemming als Bolivia is dat nogal een lange trip om op de gewenste plek te komen. Vertrek om circa 15.30 uur vanaf huis, aankomst in het hotel om 12.00 uur de volgende dag (6.00 uur lokale tijd). Bij elkaar dus 20,5 uur van deur tot deur, maar ook dit keer verwachten we dat het weer de moeite waard zal zijn.
Maar eerst even terug naar het vertrek. Een start met een slaapachterstand, want een paar dagen vrijwilligerswerk Big Rivers (en Victorie Zomerkamp) achter de rug. De nacht ervoor zelfs pas 2.30 uur thuis, het was dus een latertje. Maar gelukkig wel lekker nog kunnen uitslapen, dat scheelde weer een berg. Tegen het einde was het tijd om te vertrekken. Geen vluchten op gekke tijden, dus lekker met de trein naar Schiphol. Via Alphen aan den Rijn en Leiden, alles volgens schema. Op Schiphol alles op rolletjes, dus binnen no time ingecheckt en langs de beveiliging. De eerste vlucht was op Madrid, dus langs de douane hoefde niet. Alleen bij het inchecken bleek dat we nog een formulier moesten invullen op een site van de boliviaanse regering. Even wat getob (ze gaan er vanuit dat iedereen spaans spreekt), maar ook die klus werd geklaard.
Aardig op tijd vertrek richting Madrid, wel zo fijn als je geen vertragingen oploopt terwijl je een korte overstaptijd hebt op de volgende luchthaven. Gelukkig bleef ook in Madrid alles volgens planning lopen, ruim op tijd langs de douane en in de buurt van de gate. Zelfs nog tijd genoeg om een hapje te eten en wat dingen te kopen in de winkeltjes van de luchthaven. Het boarden zelf ging vervolgens niet heel erg rap, geen idee wat daar aan de hand was. In het vliegtuig zelf schoot het ook niet op, iedereen leek druk doende met het verwisselen van plaatsen, continue nog even schuiven met handbagage en nog een keer naar de wc gaan. Hier werd dus alsnog een vertraging opgelopen, maar met een vlucht van 10,5 uur kon de opgelopen achterstand wel weer worden ingehaald.
De vlucht was een onrustige. Tijdens een nachtvlucht hoopt iedereen te slapen, maar dat bleek niet al te makkelijk. De rugleuning kon juist bij mijn stoel niet naar achteren, het werd dus een ongemakkelijke slaaphouding. Verder midden tijdens de vlucht opgeschrikt door wat rumoer. Er bleken allerlei insecten rond te lopen een paar stoelen van ons vandaan, volgens zeggen zouden deze uit een deken zijn gekomen. Personeel ging dus flink in de weer met allerlei spuitbussen in de hoop alles te verdelgen. Geen ideale actie voor de luchtkwaliteit in een afgesloten ruimte als een vliegtuigcabine, sommigen hadden hier flink last van. Uiteindelijk keerde de rust zo ongeveer weer terug, al voelden sommigen toch nog dat ze gebeten werden. Hoe dan ook, van een vlucht met lekker goede nachtrust was dus geen sprake.
Laat in de nacht geland op de luchthaven van Santa Cruz de la Sierra, een grote stad op de laagvlakte. Nadat we langs de douane waren gekomen en in complete chaos de bagage hadden gevonden en naar buiten geloodst, hadden we al gelijk onze chauffeur gevonden. Hij had het busje heel dichtbij kunnen parkeren, dus binnen enkele minuten reden we richting de stad. Na ongeveer een half uur kwamen we aan in het hotel. Tijd om even lekker te douchen en schone kleren aan te trekken, daarna richting ontbijt. De zon was inmiddels op, maar het voelde toch alsof het midden in de nacht was. Even wennen nog aan het tijdsverschil. Na het ontbijt nog lekker even naar bed, tot eind van de ochtend.
In de middag was het tijd om de stad te gaan verkennen. Maar eerst maar eens lokaal geld zien te pinnen. Genoeg banken, maar bij de eerste vier hadden we pech. Op een of andere manier lukte het niet om geld te tappen. Uiteindelijk ging het bij nummer vijf wel goed. Genoeg geld voor de eerste dagen en we weten nu bij welke bank we moeten zijn. Vervolgens nog even wat gegeten en daarna met een taxi richting het centrum. Dat centrum bevindt zich voor wat betreft het interessante deel rondom het 24 september-plein. Wat koloniale gebouwen, een kathedraal en een steegje met toeristenwinkeltjes: dit vat Santa Cruz ongeveer wel samen. De stad is vooral een stop over op reis van de ene naar de andere plek. Wij komen er ook nog drie keer. Vooral fijn dat we er een prima hotel hebben en er voldoende voorzieningen zijn. Verder geen hoogtepunt van de trip, gelukkig zijn er nog genoeg plekken die wel aan die definitie zullen voldoen. In de avond nog vlak bij het hotel een hapje gegeten. Daarna lekker op tijd naar bed, morgen start de rondreis en zullen we meer van het land gaan zien.












Dag 3: El Fuerte de Samaipata
Na een dag Santa Cruz de la Sierra werd het tijd om aan de rondreis door het land te beginnen. De chauffeur die ons had opgehaald bij het vliegveld is ook degene die ons de komende dagen rijdt. Niet alleen lekker makkelijk, maar ook handig omdat hij een ruim busje heeft. Bagage past gewoon achterin en plaatsen genoeg om te zitten, ideaal voor lange reisdagen. Eindbestemming van de dag was Samaipata, op de uitlopers van de Andes. Hoogte van het stadje zelf is 1.650 m, maar het verblijf ligt op zo'n 1.800 meter. De eerste plek opeen redelijke hoogte dus, kunnen we gelijk even een beetje gaan wennen. Maar eerst dus nog de rit richting Samaipata, waarbij eerst gedurende de ochtendspits de grote stad moest worden verlaten. Dat was in de drukte nog best wat gedoe, maar dankzij wat sluiproutes hebben we (denken we) best wat tijd bespaard.
Eenmaal buiten de echte stad bleef het nog best bebouwd, maar dan vooral echt langs de doorgaande weg. Achter de huizen werden langzamerhandcheuvels zichtbaar met wat landbouw en meer groen. Het werd ook steeds makkelijker doorrijden, al moest bij een flinke verkeersopstopping nog een avontuurlijke route worden genomen om de complete chaos te omzeilen. Al met al was het nog een uur rijden voordat we in de buurt van Samaipata kwamen, het duurde toch wel langer dan verwacht (of vooral gehoopt). Maakt ook niet heel veel uit, want het landschap werd steeds mooier met hoge rotsachtige heuvels met steeds dichtere bossen. De eerste toekan en gier werden onderweg ook al gespot.
Een aantal kilometer voor Samaipata werd een afslag genomen en werd een steile hobbelige weg omhoog gevolgd. Haarspeldbochten en hobbels en kraters, het werd een avontuurlijke tocht. Bovenaan deze hoge heuvel wachtte een mooie bezienswaardigheid: El Fuerte de Samaipata. Eeuwen geleden (tijdens de pre-Inca tijd) is hier op een rots een soort offerplaats met daarbij ook een stad verrezen. Onder begeleiding van een gids werden we langs de ruïnes en de rots geleid en al snel kwamen we erachter dat het complex best groot is. En dan te bedenken dat zo'n 80% nog verscholen ligt onder de grond en in bossen. Hoe dan ook was het erg interessant om te zien, zeker ook gezien de prachtige ligging en uitzichten op de heuvels in de omgeving. Tel daar dan ook nog bij op dat we nu gelijk al een condor hebben gezien en nog vele andere vogels (waaronder een groene toekan) en de dag kan geslaagd worden genoemd.












Na El Fuerte de afdaling terug en vervolgens naar Samaipata. De gids reed nog met ons mee voor een rondleiding in het archeologisch museum van het stadje. Een mooie aanvulling op hetgeen we bij El Fuerte hadden gezien. Inmiddels liep het al tegen het einde van de middag, tijd om naar het hotel te gaan. Een stuk buiten het stadje, flink heuvelop. Het hotel is als een soort dorpje gebouwd, om een dorpspleintje heen. Ieder huisje is in een stijl gebouwd, zo slapen wij in de 'bakkerij'. Echt fantastisch gemaakt, het geeft een sfeervol gevoel. In het late middagzonnetje nog even wat gedronken en daarna bij de wijnboerderij iets verderop wat wijntjes geproefd en gelijk wat van deze erg goede wijn ingeslagen.
Eenmaal terug bij het hotel was de zon al bijna onder, tijd om wat warms aanbte gaan trekken. Het is hier duidelijk winter en zeker in de avonden is dat goed te merken. Gelukkig betekent winter hier ook droog weer, dus overdag zorgt het zonnetje wel snel voor weer een beetje warmte. We zullen het de komende weken wel gaan meemaken, voor nu lekker onder de warme dekens. Morgen weer een dag, het eerste natuurpark wacht op ons.












Dag 4 en 5: een paradijsje
Soms wordt je toch weer verrast door de schoonheid van een bepaald plekje op aarde en vandaag was zo'n dag. Onder het licht van het opkomende zonnetje werden we wakker in het ook erg mooie 'dorpje' op een heuvel net buiten Samaipata. Nog best fris, maar het zonnetje begon de omgeving al een beetje op te warmen. Na het ontbijt en na een laatste blik op de omgeving gingen we met onze chauffeur op weg naar de volgende bestemming: het nationale park van Amboro. Dit park, dat (onder een andere naam) zelfs doorloopt tot in Paraguay, ligt langs de weg terug richting Santa Cruz de la Sierra.
Daar waar de omgeving langs de weg al erg mooi was, daar zou het verder de bergen in alleen nog maar mooier worden. Na ongeveer een half uurtje rijden stopten we langs de weg en werden alle spullen overgeladen in een gereedstaande pick-uptruck. Met een chauffeur van het kamp gingen we op pad, direct de weg af een onverhard pad op. Steil omhoog, alle kanten op schuddend. Veel stenen, modder en haarspeldbochten: een intense rit. Langs het pad de nodige begroeiing met daarachter akkers en weilandjes op de steile hellingen.
Eenmaal boven een prachtig uitzicht over het gebied. Tijd om daarvan te genieten was er niet echt, want direct werd een steile afdaling ingezet. Hetzelfde slechte pad, maar dan dwars door een dicht woud. Bocht na bocht over het smalle pad, ik zou het zelf niet kunnen en willen rijden. En dan te bedenken dat het pad nu vanwege het droge seizoen in goede conditie was, geen idee hoe ze dit in de regentijd doen. Na ongeveer een half uur reden we ineens het kamp binnen. Een mooie groene grasvlakte met enkele gebouwtjes. Maar wat een bizar mooie omgeving. Door het grasveld vrij zicht op de mooiste piekige bergen, helemaal rondom. Rood en grijs gesteente met prachtige bossen bovenop en ook vanuit de laagte opkruipend tot aan de steilste delen van deze bergen. Met recht een paradijsje op deze planeet.
Halverwege de ochtend waren we al op het kamp, dus helaas konden we nog niet in de kamers. Gelukkig was er al een gids die ons alvast een stukje door het woud wilde rondleiden. Het werd de orchideeënroute, een wandelingetje van ongeveer een uur, vooral langs een beekje dat door het dal tussen de bergpieken meandert. Helaas weinig orchideeën in bloei, het is niet de tijd van het jaar. Dat maakte de wandeling niet minder mooi, het was een prima tocht. Opvallend dat het best koel was, normaal is het in de jungle beklemmend warm. Goed uit te houden dus. Wel opletten waar je loopt, veel boomwortels, stenen en op- en afstapjes. Verder nog wat smalle planken over het riviertje, gelukkig hield iedereen het droog. Na de eerste kennismaking met het woud was het tijd voor een lunch. Eten wat de pot schaft, maar ze hadden het daar prima voor elkaar.
In de middag (na een soort siësta moment) goede schoenen aan, zonnebrand en deet op en een flinke fles water mee. Tijd voor een stevige hike van een uur of drie. De Loro-route, dat gaf hoop op papegaaien. Al snel na de start werd duidelijk dat we flink aan de bak mochten, het smalle pad liep stijf omhoog. In de schaduw van de hoge bomen was het prima vertoeven, van echte hitte geen last. De gids wist veel over de natuur te vertellen, het bleek alleen lastig dit goed over te brengen. Een gids die weinig Engels sprak, de toeristen die dan weer nauwelijks Spaans spraken, maar uiteindelijk leek iedereen elkaar toch aardig te begrijpen. Het eerste hoogtepunt van de dag diende zich aardig snel aan, er scharrelde een armadillo (gordeldier) door de bosjes. Redelijk verstopt, maar met wat speur- en klauterwerk toch goed te zien. Best bijzonder, aangezien het toch nachtdieren zijn.
Na flink wat stijgen kwamen we uit bij het steile gedeelte van de berg. Waar ik enkele dagen geleden nog sprak over heuvels, moet ik daar toch op terugkomen. Wat een gigantische reuzen! Zelf waren we al op zo'n 2.000 meter hoogte, de pieken staken daar nog zo'n 1.500 meter bovenuit. Dat is een gigantische wand om tegenop te kijken. Op de steile wanden groeiden gigantische bromelia's, geen idee hoe ze dat doen. En die plekken bleken ook ideaal voor ara's om te nesten. Helaas was niemand thuis, we zouden ze pas eind van de middag (net voor zonsondergang) hoog boven het kamp zien terugvliegen richting de nesten. Schijnbaar zoeken ze hun eten in deze periode ver weg.












Langs de wand liepen we door richting het eerste uitzichtpunt. Woorden tekort om dit te beschrijven, daar zijn de foto's dan weer beter in. Na een korte stop door richting een uitzichtpunt op een heuvel die in de verte al zichtbaar was. Eerst dus een pittige afdaling, maar binnen no time nog een verrassing: alweer een armadillo. Deze keer vol in het zonnetje op het pad. Ideaal fotomomentje dus, zeker omdat deze dieren weinig zien en hij dus steeds dichterbij kwam. Pas bij het snuffelen aan schoenen besefte hij dat er iets niet klopte, daarna ging hij er snel vandoor. Dit moment pakken ze in ieder geval niet meer af. Na een verdere afdaling direct weer een klim. En een flink steile ook. Op weg naar het uitzichtpunt wel meerdere vogels, dat werd gewaardeerd. Vanaf het tweede uitzichtpunt was het kamp mooi te zien, daarna volgde nog een korte afdaling en de tocht voor vandaag zat erop. Een heerlijke dag, hopelijk de volgende dag nog zo een.
Dag twee in Amboro NP begon na het ontbijt met nog een pittige hike. Het was nog vroeg in de ochtend, dus nog lekker koel. Het eerste stuk voerde langs het riviertje, er waren best wat vogels te zien. Helaas nog te weinig licht voor goede foto's, het blijft dus verder bij de sterke verhalen. Na een tijdje werd een klim ingezet richting een uitzichtpunt en daarna weer een afdaling richting kamp. Woud: prachtig. Uitzicht: erg mooi. Wild: helaas weinig gezien. Schijnbaar toch een lastig seizoen. Maar hoe dan ook onvergetelijk.Terug bij het kamp nog een vrije ochtend. En al rondstruinend nog de nodige vogels gezien. Verder ook wat agoeti's, grote knaagdieren die wel hard kunnen rennen en hoog kunnen springen. Zij kwamen af op het eten dat op en rond het kamp te vinden is, bijvoorbeeld het opgeslagen dierenvoer. Een makkelijk maaltje dus.
Na de lunch tijd voor het vertrek. Nog even een laatste blik achterom en via hetzelfde avontuurlijke pad terug naar de bewoonde wereld. Nog even een fotostop bij een hooggelegen uitzichtpunt en daarna de afdaling richting asfaltweg. Daar stond al een busje op ons te wachten, waarna we in nog eens 2,5 uur terug reden naar Santa Cruz. Wat een drukte ineens vergeleken met Samaipata en Amboro. Blijkt toch nog maar eens dat ik op vakantie toch meer van de natuur ben in plaats van de grote stad.












Dag 6: stukje Incatrail
Tijd om weer een stuk te reizen. Zoals eerder vermeld is Santa Cruz de la Sierra niet meer dan een pleisterplaats op weg naar mooiere plekken. De volgende plek om aan te doen was in de geval Sucre, de hoofdstad van Bolivia. Op meer dan 300 kilometer afstand. In Nederland zou dat prima aan te reizen zijn met de auto, maar in dit geval liggen er nogal veel bergen tussen. Het werd dus een binnenlandse vlucht.
De vlucht naar Sucre was op tijd in de ochtend, het werd dus vroeg opstaan. Vertrek te vroeg voor een ontbijt in het hotel, gelukkig waren ze zo vriendelijk een ontbijtje om mee te nemen klaar te zetten. Door het vroege vertrek nog lekker weinig verkeer, dus de chauffeur wist het vliegveld in een half uur te bereiken. Binnen no time ingecheckt en langs de veiligheidscontrole, daar houden we van. In afwachting van het instappen een bak thee of koffie met daarbij het ontbijtje, de tijd vloog voorbij. De samenvatting van de vlucht: opstijgen en weer landen. De hele vlucht duurde maar iets meer dan een half uur. Wel een mooi uitzicht over de Andes. De luchthaven van Sucre is een hele kleine. Welgeteld 1 slurf, maar dat is precies voldoende. Na het ophalen van de bagage (ook precies 1 bagageband) richting de hal. Helaas niemand met een bordje met de juiste namen, na een poosje toch maar zelf een taxi geregeld. Beetje proppen, maar het ging prima. Al halverwege de rit naar Sucre bleek toch iemand ons te missen, de taxichauffeur werd gebeld. Schijnbaar ging de tamtam snel rond dat we bij hem waren ingestapt. Hoe dan ook, de beste man bracht ons gewoon naar ons hotel, maar de rekening kon naar 'onze' organisatie. Prima opgelost.
Het hotel ligt midden in het centrum van de stad en is gevestigd in oude koloniale gebouwen. Best luxe en ook nog eens om de hoek van het centrale plein. Ideaal om gelijk een blokje te gaan lopen. Het plein (Plaza 25 de Mayo) bleek lekker groen ingericht, een plek voor de bewoners om samen te komen. Dat bleek des te meer op deze zaterdag met mooi weer. Aan het plein een mooie kathedraal, met daarnaast het gouvernementsgebouw. Deze bleek te bezichtigen, waarbij vanaf het dak over de omgeving en het plein kon worden uitgekeken. Na dit bezoek was het tijd voor de lunch, lekker sandwiches in een eettentje aan het plein. Tijd om terug te gaan richting hotel, in de middag stond nog meer op het programma.












Om 14 uur stond een jeep voor de deur klaar, met chauffeur en gids. Tijd om de bergen in te rijden voor een wandeling. Vanaf circa 3.650 meter hoogte begonnen we aan het bewaard gebleven stuk Incatrail tussen Chataquila en Chaunaca. Op die hoogte al genoeg moeite om op adem te blijven (nog even wennen aan deze hoogtes), dus blij dat het voor 95% afdaling was. Het startpunt was bij een kapelletje en vanaf daar schoten we al snel een pad naar beneden in.
Door heel Zuid-Amerika liepen vroeger trails hoog door de bergen. Dit stuk trail stond zo bijvoorbeeld in verbinding met de Machu Picchu in Peru. Het pad waar we liepen was zelfs van voor de tijd dat de Inca's hier kwamen, het dateert volgens schattingen van rond 1400 voor Christus. De Inca's hebben het later alleen verhard, verder is het nog zo als het eerder was. Nadat de Spanjaarden kwamen, is het pad toch behouden. Fijn, want nu konden wij er op wandelen. Het pad wordt onderhouden door mensen uit een dorp in de buurt, wandelaars betalen daarom ook omgerekend een paar euro aan entreegeld. Prima deal lijkt me.
De wandeling was echt mooi, over bergflanken door een prachtig landschap. Ook nu weer: de foto's beschrijven het nog het best. Het pad was nog best pittig. Door de steile afdaling was het eigenlijk grotendeels traplopen, maar dan over ongelijke keien. Helaas dus vooral kort voor je kijken, gelukkig ook regelmatig even stilstaan om te genieten van het uitzicht. De gids wist veel te vertellen over de geschiedenis en de omgeving, het was dus best leerzaam. Uiteindelijk wisten we in 2 uur meer dan 1 kilometer af te dalen, totdat we bij een dorpje aankwamen. Hier stond de jeep ons al weer op te wachten. Opvallend was dat dat de jeep nog een half uur nodig had om weer uit te komen op de plek waar we aren uitgestapt. Het geeft maar aan hoe steil de afdaling was, daar zijn veel haarspeldbochten voor nodig om dat te overbruggen.
In het donker reden we verder terug naar Sucre. Snel even omkleden en het centrum in voor een hapje eten. Vandaag alle tijd, want morgen blijven we een dagje in (de omgeving van) Sucre. Geen transfer dus. Wat we morgen gaan doen? Dat schrijf ik wel weer op in een volgende blog.












Dag 7: naar de markt
Smalle steegjes, veel kraampjes en vooral een grote menigte: marktjes kunnen me over het algemeen gestolen worden. Gewoon niet aangelegd voor deze drukte. Maar toch hoort het er ook wel een beetje bij. En als de rest er blij van wordt, dan ga ik uiteraard gewoon mee. Op zo'n kleine 70 kilometer van Sucre is iedere zondag een grote markt in het plaatsje Tarabuco. Vanuit de wijde omgeving komen boeren en andere handelaren hun waren verkopen in de smalle straatjes. En nog veel meer mensen komen er op af om voor de komende tijd weer in te slaan.
Om een uur of 9 vertrokken we (privé transfer) op weg naar Tarabuco, het bleek een rit van ruim anderhalf uur. Vanuit de stad klommen we via de bochtige wegen omhoog tot ongeveer 3.300 meter hoogte. Onderweg nog wat fotostops, plaatjes maken van het weidse uitzicht is uiteraard altijd goed. Aan het einde van de rit kondigde een gigantische poort de entree naar het plaatsje aan. Ook hier wat foto's en daarna gelijk door naar het centrum. De gids wees nog even een beetje de weg, maar daarna was het rondstruinen tussen winkeltjes, kraampjes en vooral mensen. Voor ons fijn dat de gemiddelde Boliviaan hier misschien iets van 150 centimeter groot was, dan hou je toch makkelijk het overzicht en raak je niemand kwijt.
De handelswaren waren heel divers: tweedehands kleding, schoonmaakspullen, elektronica, je kunt het zo gek niet bedenken. In en rond twee hallen concentreerde zich de verkoop van etenswaren, redelijk gesorteerd per categorie. Achter de hallen werd het eten zo ongeveer direct vanuit kleine vrachtwagentjes verkocht. Dichter bij het centrale plein werden de typische zelf geweven kleding en kleden in de 'Inca-stijl' verkocht. Dit was dus ook wat meer gericht op de toeristen. Na een tijdje rondstruinen vonden we een plekje om even iets te drinken. Vervolgens nog een laatste rondje door wat straatjes, waarbij we ook een soort folkloristisch museumpje vonden. De lokale klederdracht werd getoond en toegelicht en er werd gedemonstreerd hoe de kleding wordt gemaakt. Een leuke laatste stop voordat werd terug gereisd naar Sucre.
Halverwege de middag waren we weer terug in Sucre. Op verzoek afgezet op het hoog gelegen Plaza Pedro de Anzúrez, in de wijk Recoleta. Vanaf dit gezellige plein heb je een mooi uitzicht over het oude centrum van de stad, dat een stuk lager ligt. Op een terrasje kun je van de rust en een drankje genieten. Aan de andere kant van het plein ligt het klooster van La Recoleta. In dit klooster kun je een rondleiding krijgen door de mooiste binnenplaatsen, de kapel, de tuinen (met een boom van 800 jaar oud) en een deel dat is ingericht als museum. De Spaanse gids konden we totaal niet volgen, dus dan maar stiekem overspringen naar een groep Duitsers die met een eigen gids op pad waren. Een leuk klooster, niet voor niets een van de populairste bezienswaardigheden in de stad. Na de bezichtiging nog even langs wat kraampjes, maar daarna in een nagenoeg rechte lijn naar het hotel beneden aan de heuvel. Het programma voor vandaag zat er weer op. De komende twee dagen vooral reisdagen, kijken wanneer hier verslag van kan worden gedaan.












Dag 8 en 9: op doorreis in de Andes
Bij het plannen van een reis kijk je vooral naar de dingen die je heel graag wil zien. Probleem is vaak dat er een flinke afstand is tussen deze hoogtepunten van een reis. En zo komt het dat we net twee reisdagen achter de rug hebben. Gelukkig is de reisafstand wel opgeknipt, zodat het niet één heel lange reisdag werd. Om deze reden was er een overnachting in de stad Potosí en dan vandaag de aankomst in het stadje Uyuni. Morgen gaat de pret weer echt beginnen en gaan we de zoutvlaktes op. Nu al zin in, maar daarover later dus meer.
Gisteren (dag 8 van deze reis) dus eerst een transfer naar Potosí. Gelukkig een eigen minibusje met chauffeur. Dat rijdt niet alleen lekker door, maar daarnaast kun je een foto- of plasstop maken wanneer je wil. En dat kwam goed uit, want er waren een aantal mooie uitzichtpunten. Nadat we Sucre en de drukte achter ons hadden gelaten, klommen we de bergen in. Geen haarspeldbochten en steile kliffen, maar glooiend omhoog. Ondanks dat er ook wat afdalingen waren, was het vooral omhoog. Logisch ook, want Potosí ligt ruim een kilometer hoger. Met een hoogte van bijna 4.100 meter claimt het de hoogste stad ter wereld te zijn. En dat merkten we ook goed toen we rond (late) lunchtijd aankwamen bij het hotel. De lucht is er echt ijl en de bagage één trap optillen bleek al een uitputtende bezigheid. Buiten adem stonden we op de eerste verdieping, gelukkig sporten we wel weel en was de ademhaling snel weer rustiger. Wel een teken om rustig aan te gaan doen deze dagen, totdat we gewend zijn aan de hoogte.
Potosí bleek een leuke stad te zijn, met een rijke historie. Met nadruk op rijk, want van de 16e tot 19e eeuw werd er zilvererts gewonnen in een nabij gelegen berg. Veel van dit ijzer werd getransporteerd naar Spanje, de Spaanse koloniale invloeden zijn ook merkbaar in de stad. Hiermee is het ook een mooie stad met veel mooie gebouwen, pleinen en uiteraard ook kerken. Een fijne plek om een middag rond te struinen. Voor de avond had google een prima eettentje voor ons gevonden. Geen toeristenrestaurant, maar een familierestaurantje. Lekker kneuterig, maar heerlijk gegeten en de mensen wisten ons goed te vermaken met het leren van Quetcha (Incataal), het laten ruiken van allerlei kruiden en het vertellen over gesteentes. Dit zijn de leuke ervaringen tijdens een reis.












De tweede reisdag (en de bestemming) was een wat minder bijzondere. Geen luxe van een privéchauffeur, maar een reis met publieke bus. Gelukkig wel een transfer met eigen vervoer naar het busstation en hulp bij het vinden van de juiste bus (kaartjes waren ook al geregeld). Het busstation was ook geen chaos, dat heb ik wel heel anders meegemaakt in Latijns-Amerika. Toch heb ik helemaal niets met openbare bussen in het buitenland: volgepakt, schreeuwende, jankende en kotsende kinderen, luide muziek, hard bellen, irritante verkopers en constant gekraak en gevreet met vette luchten. De reisbureaus die het aanprijzen met 'authentiek' en een 'leuke ervaring' zijn er waarschijnlijk zelf nooit geweest of hebben een lange, houten neus. Ondanks dat het in de bus niet druk was, hebben we ook nu weer het nodige van de 'bingokaart' kunnen schrappen. Zo blij met mijn oordoppen. Wel een belangrijk pluspunt om te noemen: wat een prachtige uitzichten onderweg.
Want zo dieper in de Andes wordt het ook (nog) steeds mooier. Vanaf Potosí eerst nog een paar hogere pieken over, maar daarna vele stukken over een soort hoogvlakte. En hier kwamen we ook de eerste lama's, alpaca's en vicuna's tegen, heerlijk de vlakte afstruinend op zoek naar water en eten. De vlaktes en bergen hebben op het moment wel weinig kleur vanwege de winter, de beekjes en riviertjes staan ook allemaal bijna droog. Om de vlaktes heen bergen. Deze lijken niet zo hoog, maar als de hoogvlakte al op 4.000 meter ligt, is een berg van 6.000 meter hoog ineens niet zo indrukwekkend. Kwestie van perspectief. Tussen de vlaktes af en toe wat bergen over, maar ook hier geen lastige klimmen of afdalingen.
Na de laatste berg zagen we in de verte ineens Uyuni liggen, met daarachter de uitgestrekte zoutvlaktes. Uyuni was groter dan verwacht, maar is echt compleet kleurloos. De meeste wegen zijn gewoon zand en alles is stoffig. Ook is er echt niets te doen. Vroeger een handelsplaats en ook wat mijnbouw, maar nu vooral gericht op toerisme. En dat pakken ze ook niet echt best aan, want er zijn nauwelijks fatsoenlijke hotels en restaurants te vinden. Toen we uitstapten bij het hotel, verwachten we eigenlijk een eenzame cowboy en tumbleweed dat voorbij komt rollen in een zandstorm. Westernmuziekje en het is compleet. Zo'n desolate indruk maakt dit stadje.
Het hotel is van binnen helemaal prima, jammer alleen dat de kachel maar een paar uurtjes per dag draait. En het is hier zeker als de zon onder is flink koud (niet gek op 3.650 meter hoogte), maar dat is ook wel de charme van deze plek. Goed warm aankleden dus maar, sjaal en muts zitten in de koffer. In de middag toch maar even het stadje doorgelopen. Het was even zoeken, maar we hebben toch een pleintje gevonden voor de lunch en gelijk ook voor het avondeten straks. Ook nog even wat boodschappen gedaan, we zijn klaar voor de komende dagen waar we erg naar uitkijken. Wel een paar dagen zonder enige vorm van luxe, dus het volgende verslag zal wel even op zich laten wachten. Ik meld me hier vanzelf wel weer.
Dag 10: Salar de Uyuni
Verandering van plannen: geen twee nachten verblijf in de middle of nowhere, maar alleen de tweede nacht. De eerste nacht gewoon in het 'eigen' hotel in Uyuni. Even gecheckt of dat nog gevolgen zou hebben voor het programma, maar dat lijkt helemaal goed te gaan. Daarom dus ook vandaag gewoon weer een verslag, want er is wifi in dit hotel. Vanuit een warm bed dus hierbij een poging iedereen bij te praten over een wonderbaarlijk mooie dag op de zoutvlaktes van Uyuni.
Vanwege de vele mooie plekjes zijn er veel foto's gemaakt en is er veel toe te lichten. Het verslag is dus opgesplitst in vier delen: het bezoek aan het treinenkerkhof, de ochtend op de zoutvlakte, de wandeling over het cactuseiland en als laatste de namiddag op de zoutvlakte. Scroll dus helemaal door om niets van het verslag te missen.
Uyuni maakte in het verleden onderdeel uit van het mijngebied rond Potosí. In heel de regio reden de nodige (stoom)treinen rond, maar na het instorten van de mijnindustrie raakte veel in verval. Veel locomotiefs werden afgerangeerd ergens een stuk buiten Uyuni. Inmiddels is de stad 'gegroeid' tot richting dit treinenkerkhof, maar de inmiddels roestige treinen steken nog steeds aardig vrij af tegen de omgeving.
In de ochtend werden we opgehaald met een eigen 4x4 (fijn om weer een privétour te hebben) en naar de rand van de stad gebracht. Eerste stop was dus het treinenkerkhof, waar je vrij tussen en rond de roestige treinen kunt lopen. Erg vervallen, maar daarmee ook weer erg fotogeniek. Een leuke plek om even te bezoeken dus. Vlak naast het treinenkerkhof een aantal van metaalafval gemaakte beelden. Denk aan een zwijn of giraffe, maar ook aan gevaarlijk uitziende robots. Leuk om hier ook even langs te lopen voordat de tocht wordt voortgezet.












De zoutvlaktes van Uyuni, een verhaal apart. Een van de belangrijkste redenen om naar Bolivia te gaan. Maar om eerlijk te zijn, zijn de hooggespannen verwachtingen zelfs ver overtroffen. Misschien door de belevenissen van vandaag erg gekleurd, maar op dit moment kan ik me niet herinneren dat ik ooit op een mooiere plek ben geweest.
Vanuit Uyuni is het nog twintig kilometer rijden naar de zoutvlakte. Eerst langs het vliegveld en daarna nog door het dorpje Colchani. Hier stoppen tours graag nog even om meer uit te leggen over de zoutproductie (maar vooral om nog de nodige souvenirs te slijten). Onze chauffeur sprak nagenoeg alleen Spaans en wij eigenlijk nauwelijks, maar ook dit keer kwamen we er wonderbaarlijk genoeg weer aardig uit en hebben we dus nog het nodige opgestoken. Na een korte stop nu eindelijk echt op weg naar de zoutvlakte (Salar de Uyuni). Eerst nog een stuk over een gloednieuwe asfaltweg, waarbij bij ons wel de vraag rees waarom je zo'n weg zou aanleggen op een locatie waar alleen 4x4's rijden. Politiek op zijn best zullen we maar zeggen.
Binnen een aantal minuten reden we een prachtige witte vlakte op, zover je kon kijken. Alleen heel erg in de verte waren een aantal bergen te zien, maar verder alleen wit zout en nog vlakker dan de Nederlandse polders. Maar zo verschrikkelijk mooi, niet te beschrijven. Helemaal onbebouwd is de vlakte niet, er staat een zouten monument voor de Dakar-rally en een eenlaags hotel dat ooit is neergezet. Er zitten geen vloeren in, het staat gewoon op het zout. Wat verder speelde, was de kortsluiting in het hoofd. Hoewel je echt weet dat het zout is, het blijft maar voelen als sneeuw. Automatisch dus heel voorzichtig uitstappen, terwijl het uiteraard absoluut niet glad is.
Na een tijdje toeren over de vlakte, stopte de chauffeur op een werkelijk prachtige plaats. Ongerept en door het bij het opdrogen opbarsten de meest mooie patronen in het zout. Een mooiere plek is niet denkbaar. Terwijl wij foto's aan het maken waren, ging de chauffeur een gelegenheidsbistro maken. Van alles kwam uit de auto: tafels, stoelen, een parasol, kleedjes, noem maar op. Een perfecte lunch voor de perfecte plek. Geniaal bedacht en uitgevoerd. Na de lunch de befaamde fotoshoot met allerlei voorwerpen. Door de uitgestrekte vlakte vertekenen afstanden en krijg je de meest grappige foto's. Enkele voorbeelden bij de foto's hieronder.












Midden op de vlakte ligt het cactuseiland Isla Incahuasi. Uiteraard geen echt eiland, maar een rotsige heuvel middenin de vlakte. Maar het voelt en oogt echt als een eiland, alleen de boten missen nog. Het hele eiland is beaaid met cactussen, sommige wel meters hoog. Je kan een wandeling maken over een stenig en rotsachtig pad. Vanaf boven de mooiste uitzichten tussen de cactussen door, over de zoutvlakte. Wel rustigaan lopen, de hoogte van bijna 3.700 meter hakt er bij inspanningen nog steeds wel in. Bijzonder dat er ookgenoeg dieren leven, we hebben genoeg vogels gezien en hoorden ook op de grond de nodige dieren wegschieten. Hoe dan ook was ook dit eiland te mooi om te bevatten. Hoe een mooie dag nog mooier kan worden.












Na het cactuseiland was er nog wel wat tijd over, dus er werd nog een stop ingelast bij een plaats waar water uit de diepte omhoog borrelt en zijn weg vindt over de vlakte. Het water is afkomstig van een vulkaan vele kilometers verderop. Na een korte fotostop hier op weg naar het laatste punt van de tour voor vandaag: een plek midden op de vlakte, in afwachting van de zonsondergang. Tafeltje erbij, kleedje erover, wijn en glazen: er kon nog even geklonken worden op een perfecte dag. Het werd inmiddels alleen wel flink koud, dus even een extra vest, een muts en handschoenen aan. Nog even genieten van de zonsondergang en daarna lekker richting Uyuni om op te warmen in het hotel.












Dag 11: Reserva Nacional de Fauna Andina Eduardo Avaroa, dag 1
Gisteren een fantastische eendaagse tocht over de zoutvlaktes ten noordwesten van Uyuni, vandaag de eerste dag van een tweedaagse trip richting het zuidpuntje van Bolivia. Hier ligt het Reserva Nacional de Fauna Andina Eduardo Avaroa, een beschermd natuurgebied op grote hoogte. Uiteindelijk ergens op een hoogte van zo'n 4.800 meter uitgekomen, maar zowat alles lag in ieder geval boven de 4.000 meter grens. Gelukkig geen zware wandelingen of andere sportactiviteiten, dus dat moest allemaal wel goed lukken.
Met een lange dag voor de boeg was het belangrijk op tijd te vertrekken. Gelukkig wel gewoon tijd voor ontbijt, dus dat zou geen onderbreking onderweg opleveren. De chauffeur zette koers in zuidelijke richting, met een eerste stop in San Cristobal. Onderweg nog weinig bijzonderheden, al zijn de wegomleidingen bij wegwerkzaamheden wel avontuurlijk te noemen. Na een plasstop snel weer door, waarna het landschap geleidelijk wel begon te veranderen. Het werd allemaal wat heuvelachtiger en ruiger en we stegen verder. Exact het landschap en klimaat waar lama's en alpaca's zich thuis voelen. De inwoners in deze hoge gebieden houden de lama's en alpaca's hier als vee. Verder ook veel akkers, helaas allemaal leeg vanwege het seizoen.
Nog iets verder en hoger minder bewoners en dus ook minder menselijke activiteiten, maar meer natuur. Het nationaal park was nog niet bereikt, maar er was al veel meer natuurlijke vegetatie te vinden. Denk op deze hoogte niet aan bomen of hoge struiken, maar door de hoogte groeien er alleen wat pollen gras en hele lage struiken. En dat alles tussen veel zand en rotsen. Hier kwamen we ook de eerste vicuña's tegen, de rankere familie van de lama's. Deze dieren zijn juist niet of nauwelijks als vee te houden, zij lopen dus vrij rond. Verder twee keer nandoes gezien, zij zijn de kleinere versie van struisvogels. Best mazzel, zo vaak zie je ze niet. De pech was alleen wel dat we nog op de doorgaande weg reden, een fotostop was eigenlijk geen optie. Gelukkig wilde de chauffeur een paar keer heel snel stoppen, maar meer dan even raampje open en snel een foto was er niet bij.












De eerste echte bezienswaardige stop was bij een aantal rotsen die mooi in het landschap lagen. Inclusief een kleine kudde lama's, soms moet je een beetje geluk hebben. Daarna naar een aantal meertjes (Laguna Cañapa, Laguna Hedionda, Laguna Chiarkota en Laguna Honda. Prachtige zoutwatermeertjes, gelegen tussen de mooiste bergpieken. Aan de rand van de meren zie je het opgedroogde zout, wat een witte rand geeft om de meren heen. Het eerste meer was niet al te groot, maar had wel als voordeel dat het aardig toegankelijk was en vooral dat er heel veel flamingo's zaten. Bij het tweede meer hebben we geluncht, met uitzicht over het meer en de achterliggende bergen. Een prima plek voor een lekkere maaltijd. Ook hier weer de nodige flamingo's, allemaal roze stippen over het hele meer. De laatste twee meren zouden wat giftiger zijn, maar enkele flamingo's vonden ook dat wel prima plekken om te verblijven. Vanwege de stank bleven wij alleen maar wel op een goede afstand.
De dag schoot inmiddels al goed op en we hadden nog het nodige om te bezoeken. Allereerst de Árbol de Piedra, een rotsformatie in het natuurpark. Meest in het oog springende rots is de 'boomrots', met een dunne 'stam' en breed 'bladerdek'. Wij waren vooral verbaasd dat een rots op zo'n smalle basis niet afbreekt. Fotogeniek is het echter wel. Maar dat gold ook voor de vele andere rotsen van deze formatie, waar je makkelijk tussendoor kan lopen. Een stuk verderop nog een stop bij een andere rotsformatie, maar nu om een andere reden: viscacha's. Deze dieren worden ook wel wilde chinchilla's genoemd, maar lijken meer op konijnen met chinchillastaarten. Best zeldzaam, maar op deze plek weten deze knagers dat er mensen te vinden zijn die wel appeltjes willen delen. Het was dus niet moeilijk om ze te spotten, ik heb er zelf nog een weten te paaien met wat fruit.
De laatste stop was bij het grote meer 'Laguna Colorada', een meer dat mooi roze kleurt, zeker bij goed weer. Wel een windige plek en met het langzaam ondergaan van de zon werd het al flink koud. Wel weer een mooi uitzicht, ook deze staat weer in het geheugen gegrift.
Na deze laatste stop op weg naar de overnachtingsplek. Mooie hotels zijn hier uiteraard niet te vinden. Wel zijn een soort van stenen barakken opgetrokken. Het ziet er van buiten niet uit, maar van binnen best prima. Ieder een eigen kamer met badkamer en al. Helaas geen verwarming, er wordt alleen een kachel gestookt in de klei e centrale zaal. Hier werd eerst thee en koffie geserveerd en later ook het eten. Aan het einde van de maaltijd kreeg iedereen een warme kruik van het personeel, zodat het onder de vier dekens ook echt warm zou worden. Ter informatie: het zou 's nachts flink gaan vriezen. Stroom was er met behulp van een aggregaat tot een uur of tien, dus dat was ook prima. Allemaal een klein beetje behelpen, maar zo slecht was dit hostel nou ook weer niet. Een beste meevaller dus. Vroeg onder de wol, want ook heel vroeg weer op.
Dag 12: Reserva Nacional de Fauna Andina Eduardo Avaroa, dag 2
Kwart voor vijf, buiten is het nog compleet donker en boven de dikke laag dekens is het ijskoud. Toch is het tijd om op te staan, want rond zonsopgang willen we bij de geisers zijn. Op een of andere manier zouden deze geisers juist dan actief zijn en het stoom metershoog omhoog spuiten. Dat lijkt een goed doel om wat nachtrust over te slaan. Ook in alle vroegte staat er weer een ontbijt klaar, al is de trek zo vroeg nog erg beperkt. Half zes door de vrieskou heen richting de auto, die gelukkig al was voorverwarmd door de chauffeur.
Het is nog een uur rijden in het donker, over zandige en stenige paden, voordat in de verte wat stoompluimen te zien zijn. En vooral veel andere jeeps. Alles en iedereen komt hier op hetzelfde moment samen (wat ook logisch is), terwijl we de rest van de trip op sommige momenten alleen op de wereld leken te zijn. De eerste geiser waar we langskomen spuit continu een metershoge stoompluim omhoog, net een reuzen fluitketel. Bij het tweede cluster aan geisers zijn vooral veel pluimen stoomdamp te zien. Een echte water spuitende geiser lijkt er niet te zijn. Al met al viel het voor ons ietwat tegen, zeker gezien het vroege tijdstip van opstaan en de gruwelijke kou. Het was op dat moment -10°C met een snijdende kou, genoeg om binnen tien minuten totaal verkleumd te raken. Conclusie: leuk om te zien, maar verwacht er ook weer niet te veel van.
Met inmiddels een zonnetje om de omgeving op te warmen, rijden we door naar de meest zuidelijke punt van het gebied. Hier liggen twee aaneengesloten meren: Laguna Verde en Laguna Blanca. Het groene meer en het witte meer. Maar op het moment dat de meren zijn dichtgevroren, zoals nu het geval, zijn het vooral twee witte meren. Helaas dus geen groene kleuren te zien, maar de 6 kilometer hoge vulkaan Licancabur en wat andere bergen er omheen boden een heel mooi uitzicht. Deze vulkaan en de bergen vormen trouwens de grens met Chili, veel zuidelijker kun je in Bolivia dus niet komen.
Verder deze dag vooral veel kilometers maken, want we moeten aan het einde van de dag toch ook weer terug zijn in Uyuni. Gelukkig nog wel een aantal stops, de eerste is in de Desierto de Dali. Dit stuk woestijn is zo genoemd vanwege de gelijkenis van het landschap met een schilderij van Salavador Dali. Wij genoten vooral van de immense stilte in het gebied, dat maakt de belevenis met het mooie landschap compleet.












Bij Aguas Calientes (de naam zegt het al) zijn warmwaterbronnen te vinden. Deze zijn aangelegd aan de rand van een meer, met omkleedruimte en al. Veel toeristen warmen hier na een koude ochtend lekker op, wij vonden het leuker om wat foto's van de omgeving te maken. Hierbij stond als verrassing een groep vicuñas lekker achter een gebouwtje te grazen. Niet echt onder de indruk van mensen lieten ze zich prima fotograferen. De chauffeur nam wel een warm bad en toen hij was opgewarmd ging de tocht weer verder. Op naar de volgende vele kilometers.
Onderweg naar de lunch in een dorpje buiten het park nog een paar stops, vooral om even wat foto's te maken. Mooiste stop was bij een beekje waar veel lama's lekker van het groen dat er groeide aan het smikkelen waren. Prachtig om ook het kabbelende beekje in het zonlicht te zien, met op sommige plaatsen nog stukken ijs bij de oevers. De lunch was weer helemaal prima, er was weer meer dan genoeg. Goed geregeld, complimenten voor de chauffeur en staf onderweg.
De laatste stop was een onaangekondigde, maar wel een van de mooiste: Laguna Catal. Dit prachtige meertje ligt verscholen achter rotsformaties, op ongeveer een kilometer van de weg. Toen de auto er werd neergezet was nog compleet onduidelijk wat we zouden gaan zien. Meer dan dat we een stukje gingen lopen werd niet aangegeven. Het was een beetje klauteren over rotsen en over de drassige oevers van een beekje. De rotspartijen langs het beekje werden hoger, het werd een soort dal. Het laatste stuk nog klimmen over rotsen en ineens was er een prachtig uitzicht over het meer. Ook het meer lag ingesloten tussen rotsen, maar in en langs het meertje was het mooi groen. Stilstaand water, dus mooie spiegelingen van de rotsen zichtbaar. Langs een andere kant liep een route terug naar de auto. Hier liepen wat stroompjes over een bredere vallei. Ook hier kwamen we ogen tekort. Laguna Catal staat bijna op geen enkele kaart en wordt in geen reisgids beschreven, maar het is eigenlijk het mooiste meertje van het gebied. Geen flamingo's of andere spannende dingen, maar een prachtig plekje.
De laatste paar uur van de tour laten zich makkelijk omschrijven: rijden, rijden, rijden. Uiteindelijk eindigde de tour voor ons iets na vijf uur in de middag, nadat we netjes waren afgezet bij het hotel. Een mooie driedaagse trip (verdeeld in twee blokken) voor altijd in het geheugen opgeslagen. Op naar het volgende deel van dit avontuur.
Dag 13: naar La Paz
De omgeving rond Uyuni is verkend, tijd om te verkassen naar een andere plek. De volgende stop is er een in de grootste stad van het land: La Paz. Aangegeven als de hoogstgelegen hoofdstad van de wereld, maar dat is toch niet helemaal waar. In La Paz zetelt wel de regering en ook het presidentieel paleis is hier te vinden, maar Sucre is toch echt de officiële hoofdstad. Hoe dan ook, vandaag een halve reisdag naar La Paz en een eerste kennismaking met deze stad.
De luchthaven van Uyuni ligt op slechts tien minuten rijden van het hotel en het is echt een heel klein vliegveld, dus een uur en een kwartier voor vertrek vliegtuig stond de transfer vanaf het hotel klaar. Slechts één hal en twee balies, overzichtelijker dan dat wordt het niet. Helaas toch een vertraagde vlucht, uiteindelijk een uurtje later stegen we op om koers te zetten richting La Paz. Of eigenlijk El Alto, de stad die aan La Paz zit vastgegroeid. Officieel een aparte stad, maar velen rekenen het tot één geheel. Direct na het opstijgen nog een prachtig cadeau: het vliegtuig vloog prachtig langs de zoutvlaktes van Uyuni, dus nog een laatste blik over deze prachtige vlakte. Veel stijgen was niet nodig, want drie kwartier later stond het vliegtuig al weer aan de grond. Een bijzondere landing, want de luchthaven ligt midden in El Alto. Met op misschien 150 meter afstand aan beide kanten tot aan de gebouwen voel je echt dat je in een stad landt.
Tijdens de transfer van de luchthaven naar La Paz bleek wel de chaos van de stad. Nog geen 10 meter vanaf de uitgang van het terrein van de luchthaven vol in de file. Over de eerste 500 meter deden we ongeveer een half uur. Pas op het moment dat een soort snelweg hadden bereikt, ging het lekker vlot. Tijdens de rit verbaasd over de stad die tot op de toppen van de bergen (en ook er achter) volledig is volgebouwd. Het is flink proppen om de ruim 3 miljoen mensen ergens kwijt te kunnen. Om de continue verkeersinfarcten te bestrijden, hebben ze sinds een jaar of 10 de nodige kabelbanen aangelegd. Een bijzonder gezicht om overal die gondels in de lucht aan de kabels te zien zweven.
Het hotel lag midden in het centrum van La Paz zelf. Hier vielen we met de neus in de boter met de Universitada 2024, een parade die op 150 meter van het hotel langskwam. Veel muziek en prachtig uitgedoste dansgroepen, we zijn het na de lunch even gaan bewonderen. Wat een chaotische drukte in de stad op deze zaterdagmiddag, het leek of heel de regio op het evenement was afgekomen.












Om de stad wat beter te leren kennen, was er voor de middag een gids geregeld. Engelstalig nog wel, en goed ook. Deze vriendelijke man nam ons mee en vertelde vol passie over 'zijn' stad. Eerst een stukje met de auto, waarna we bij een station voor de kabelbaan werden afgezet. Met de kabelbaan (twee lijnen) helemaal richting het zuiden, waar we weer werden opgewacht door de chauffeur (die toch net sneller bleek te zijn). Leuk om een stukje met dit soort ov te hebben gereisd, ook de uitzichten over de stad waren erg mooi.
Vanaf het kabelbaanstation nog een stuk verder naar de rand van de stad, waar de maanvallei is gelegen. De verweerde kalksteenformaties doen denken aan een maanlandschap, vandaar de naam. Niet echt spectaculair, maar wel bijzonder om dit midden in een miljoenenstad aan te treffen. Een korte wandeling tussen en boven de rotspieken en daarna weer snel door. De auto reed terug de stad in, naar de wijk Miraflores. Hier is Mirador Killi Killi, dat een mooi uitzicht biedt over een deel van de stad, waaronder het historische centrum. Vanaf het uitzichtspunt nog een klein stuk afdalen naar dat centrum, met een eerste stop op het Plaza Murillo. Aan dit plein liggen de kathedraal, het presidentieel paleis en het parlement. Even uitkijken met het maken van foto's, want de camera in de verkeerde richting betekent boze blikken van politie of militairen.
Een laatste stop bij de zogenaamde heksenmarkt. Hier worden allerlei spullen verkocht die te maken hebben met geloof en bijgeloof. Simpele zaken als kruiden, maar ook meer lugubere dingen als lamafoetussen. Niet echt ons ding, maar goed. De heksenmarkt ging al snel over in een meer toeristische winkelstraat. Die kwam vlak achter ons hotel uit. Op de hoek bij het hotel nog een stop bij de San Francisco-kerk, een kerk die qua architectuur flink afwijkt van de overige kerken. Mooie kerk, helaas stonden er flink wat bouwhekken in de weg om het heel goed te kunnen zien. De stadstour was ten einde, maar zelf gingen we nog even een rondje doen langs de winkeltjes. De souvenirs zijn weer binnen in ieder geval.
Het restaurant van het hotel stond erg goed aangeschreven, het avondeten werd dus een thuiswedstrijd. De goede naam werd in ieder geval helemaal waargemaakt. Morgen misschien nog een bezoekje waard.
Dag 14: Tiwanaku
Tiahuanaco (ook wel Tiwanaku genoemd) was een stad in het huidige Bolivia op een tiental kilometers van het Titicacameer. Deze oude stad (althans de restanten ervan) ligt op ongeveer twee uur rijden van La Paz en wordt in alle reisgidsen en op internet aangeprezen als een locatie die je echt moet bezoeken. Een dagje Tiwanaku was dan ook (mede op ons verzoek) opgenomen in het programma. Vandaag dus een dagje Tiwanaku.
Tiwanaku ontstond waarschijnlijk al voor het jaar 200 en was de hoofdstad van een rijk dat in zijn bloeitijd (tot ca. 1000) ruwweg de zuidelijke helft van het latere Incarijk beheerste, dat wil zeggen Zuid Peru, Noord Chili, een flink stuk van Bolivia en een deel van Noord Argentinië. Deze bloei van deze precolumbiaanse periode was dus eerder dan die van de Inca's. De restanten van de stad mogen dus met recht bijzonder worden genoemd.
Omdat de archeologische sites (met twee musea) nog best ver van La Paz liggen, was het lastig (en ook duur) om een privétour te regelen. Er werd dus een georganiseerd tripje met een groep geregeld. Dat deel van het verhaal viel dus gewoon heel erg tegen, ik zal er verder maar niet teveel woorden aan vuil maken (zonde van de tijd en energie). Het goede nieuws: we hadden vervoer en al snel was geregeld dat we op de locatie ons eigen plan konden trekken. Camera's in de aanslag en snel op pad.
De eerste archeologische site viel op het eerste oog wat tegen. Een 'platte' locatie met weinig gereconstrueerde bouwwerken. Waarschijnlijk was de eerste indruk veel beter geweest als we ons beter hadden ingelezen. Gaandeweg kregen we echter meer zicht in hoe indrukwekkend en groots de stad moet zijn geweest. Ook na het bezoek aan één van de musea, waar prachtige beelden en monolieten werden getoond, werd onze waardering groter. Een tweede archeologische site, waar restanten van een oude piramide te vinden waren, maakte het geheel toch zeker wel de moeite waard. Uiteindelijk toch wel een prima dag, met in de avond weer een overnachting in La Paz.












Dag 15: terug naar Santa Cruz de la Sierra
Vandaag weer een reisdag, als was het gelukkig maar een halve. Van het hooggelegen La Paz dalen we weer af naar 'thuisbasis' Santa Cruz de la Sierra. Vanuit hier nog een laatste uitstapje: het Nationaal Park Kaa Iya. Daarna zit dit avontuur er weer op en gaan we terug naar Nederland (na een laatste tussenstop terug in Santa Cruz). Maar eerst vandaag dus een binnenlandse vlucht terug naar waar de reis begon.
In de ochtend nog alle tijd in La Paz, dus na het inpakken van de tassen nog een rondje door het centrum van de stad. Al rondkuierend merk je toch weer de drukte en chaos in de stad, zeker op een maandagochtend. Straten helemaal vol met auto's en ook op de stoepen krioelt het van de mensen op weg naar werk, school of wat dan ook. Eerst een stuk omhoog richting de Plaza San Pedro. Aan dit plein de relatief sobere kerk San Pedro en ook de beruchte gevangenis San Pedro. Binnen de muren van deze gevangenis een complete maatschappij op zich, google er maar eens naar en verbaas je hoe het in deze gevangenis werkt.
Aan de andere kant van de Avenue Mariscal Santa Cruz (eerst dus heuvel af en dan weer heuvelop) verscholen tussen de hoogbouw de Iglesia San Juan. Ook weer relatief sober, maar wel met mooie beelden en ook de gelegenheid een kaarsje te branden (stukje bijgeloof dat er toch wel inzit). Nog een tussenstop op het Plaza Murillo en in de Catedral San Francisco en daarna terug naar het hotel voor een uitcheck en vroege lunch.
Begin van de middag richting luchthaven door een compleet verkeersinfarct in La Paz zelf. Gelukkig wel gewoon op tijd op het vliegveld met (dankzij wat vertraging) nog genoeg tijd om even wat te drinken. Na een vlucht van slechts een uurtje, maar wel met turbulentie tijdens opstijgen én landen, aankomst in Santa Cruz de la Sierra. Helaas geen chauffeur die ons stond op te wachten, maar een taxi is ook zo geregeld. Eenmaal bij het hotel aangekomen nog even wat boodschappen doen voor de trip naar Kaa Iya NP en daarna een hapje eten. Lekker op tijd terug om nog even de spullen voor morgen te pakken en op tijd te gaan slapen. Geen verheffende dag, maar daar zijn de noodzakelijke reisdagen ook niet voor.
Vanaf morgen naar een mooi natuurpark, maar (helemaal niet erg) dus ook geen internet. We gaan er lekker van genieten. Misschien nog een verslag bij terugkomst in Santa Cruz en anders pas terug in Nederland. Wordt vervolgd!












Dag 16: lange dag met verrassingen
Na vier dagen op avontuur in het natuurpark Kaa-Iya weer terug in 'basecamp' Santa Cruz de la Sierra. Tijdens het verblijf in dit bij het grote publiek totaal onbekende natuurpark uiteraard ook geen internet, we hebben het ook niet gemist. Ook geen tijd om aan verslagen te werken, het was eten, slapen of op zoek naar dieren. De optie vrije tijd zat niet in het pakket. De komende dagen worden dus gebruikt om het verhaal (de blog) in te gaan halen, waarschijnlijk wordt dat voor een deel pas na de reis. Lijkt me ook geen probleem, het avontuur gaat voor de verhalen voor de omgeving. En wat in het vat zit...
Nu dus een verslag van dag 1, wat vooral een lange reisdag richting het park was, met in de avond een eerste kennismaking met het park zelf. De gids voor de komende dag kwam ons zelf ophalen bij het hotel in Santa Cruz de la Sierra. Geen gedoe met ergens overstappen en spullen overladen, maar direct met de 4x4 voor de komende dagen. De kennismaking met de gids was een zeer vriendelijke. Het bleek een echte natuurliefhebber, die mede aan de wieg heeft gestaan van het gaan ontvangen van buitenstaanders in het nationale park. Verder was hij ook blij te horen dat we andere natuurparken hadden bezocht en dat we graag veel dieren van allerlei soorten wilden spotten.
Onderweg naar het park zouden er op een aantal plaatsen al dieren te spotten zijn. Nooit verwacht dat dat op drukke plaatsen zou zijn, maar bijvoorbeeld luiaards waren te spotten op het centrale plein in een plaatsje net buiten Santa Cruz de la Sierra. Op dit soort pleinen wordt het groen altijd netjes bewaterd, zodat er ook genoeg eten in de bomen te vinden is. Ideaal in de droge tijd en zeker voor dieren die graag gezien zijn en indien nodig zelfs worden geholpen met het oversteken van de weg. Voor ons bleek het dus heel makkelijk om maar liefst vijf luiaards te spotten, terwijl ze lekker bezig waren met het ontbijt of gewoon een lekker slaapje in de zon. Een prima start van de dag ook voor ons, het blijven prachtige dieren om te zien.
Een tweede diersoort was een beetje een onverwachte: er liepen drie nandoes in de berm langs de grote weg. Deze gigantische loopvogels vonden het toch wel wat spannend toen we stopten en gingen er heel rap vandoor. Dat kwam eigenlijk ook niet heel slecht uit, want het was langs deze drukke weg niet de bedoeling dat heel lang zou worden gestopt. Een paar honderd kilometer verderop was het al een stuk rustiger, dus een stop bij een poel met capibara's was geen probleem. Het landschap hier leek overigens opvallend op het Nederlandse. Alles vlak en veel groene weilanden met koeien en ook akkers. Alleen de typische sloten en dijken waren hier niet te vinden. De plas langs de weg was in ieder geval genoeg water voor de capibara's om lekker te komen badderen en (in ieder geval toen wij er stopten) te zonnebaden.
Na een uur of vierenhalf rijden kwamen we aan in het stadje San José, de laatste plek voordat we via zandpaden verder zouden moeten richting het park. Maar eerst tijd voor een lunch, die (zou later blijken) maar liefst 3,5 uur zou gaan duren. Er is namelijk een groot probleem in Bolivia met brandstof. Er wordt geen brandstof meer geleverd aan Bolivia, omdat de regering geen geld meer heeft om dit in te kopen. We hadden al veel lange rijen met vooral vrachtwagens bij benzinestations gezien, maar hadden niet verwacht dat het probleem ook voor kleinere wagens zo groot zou zijn. De gids moest dus op zoek naar genoeg brandstof voor de komende dagen, de jerrycans op het imperiaal moesten bijgevuld. Verder moest hij nog boodschappen gaan doen. De tijd kon door ons worden gevuld op en rond het centrale plein. Niet alleen stond hier een bijzondere kerk die ooit door een jezuïetenmissie was gebouwd, maar er was ook een kans op toekans. Voor deze vogels gold net als voor de luiaards dat hier veel eten te vinden was. De eerste paar uur was er echter niets te zien, de verveling sloeg al flink toe. Uiteindelijk verschenen er toch nog een aantal toekans, dus dat doodde de tijd nog wel een poosje. Wel blij toen de gids uiteindelijk toch weer kwam opdagen en we weer verder konden.












Het slechte nieuws van de gids was wel dat hij niet superveel brandstof had kunnen krijgen, we moesten dus wel op rantsoen in het park zelf. Uitgerekend op dat moment kreeg hij een belletje dat er via via nog wat liters te regelen was. Dus nog niet op pad naar Kaa-Iya, maar eerst nog een stop ergens aan de rand van de stad om via het minder legale circuit uit een vat een aantal jerrycans vol te tappen. Uiteindelijk dus bijna een volle middag wachten in San José, maar wel alles wat nodig is om een volledige trip te kunnen doen. Eind van de middag begon vanuit de stad het laatste deel van de heenreis naar het park. Al heel snel sloegen we af naar een hobbelig zandpad, een flinke heuvel rees voor ons op. De 4x4 had best moeite om het mulle zand heuvelop te bedwingen, we moesten er zelfs een keer uit om zo de auto wat lichter te maken. Het lukte uiteindelijk wel om boven te komen, maar er was wel de nodige vloeistof gelekt. De gids gaf aan dat er geen probleem was, maar wij maakten ons toch de nodige zorgen. Na de eerste heuvel nog een paar lagere heuvels, maar daarna vooral een vlak landschap. Inmiddels was het donker, dus geen flauw wat er in de omgeving was. Wel veel struiken en bomen langs het pad, dat was nog wel te zien. In het begin ook nog wat zijpaden, daarna alleen wat hekken en hutjes die bij boerderijen zouden horen.
Iedere vakantie heeft wel (minimaal) een dag dat het mis gaat, vandaag was de dag. Wij vonden het eerdere lekken van de auto al niet oké, de auto zelf vond het ook niets. Ergens in het complete donker een flinke knal, de nodige spetters met vloeistof op de voorruit en het was even klaar met het rijden. Het geluk was dat er niets kapot was, maar dat alleen de slang van de radiator was losgeschoten. Toch duurt het dan een hele poos voordat alles is afgekoeld, hersteld en bijgevuld. En we hadden toch al een flinke vertraging... Maar ieder nadeel heeft een voordeel: de sterrenhemel tijdens het wachten was adembenemend mooi, de melkweg was zonder problemen met het blote oog te zien.
Pas om een uur of negen werd de poort van het park bereikt, daarna was het nog een uur rijden naar het kamp. Geen wachter bij de poort, je moet gewoon een sleutel hebben. Het blijkt dat er op wat parkwachters en werknemers van een gasbedrijf na nauwelijks mensen in het park komen. Het is 3,4 miljoen hectare groot en wij zouden op dat moment de enige toeristen blijken te zijn! Een 'privépark', dat klinkt toch wel erg goed. Na het passeren van de poort was het spotten naar wilde dieren begonnen, wie weet hadden we gelijk mazzel. Iets eerder hadden we al een vos gespot, in het park bleef het toch bij wat vogels en konijnen.
Om een uur of 10 aankomst bij het park. Het onderkomen bleek primitief, het werd gedeeld met een ranger en de gids. En dat is dan wel mazzel, want als er meer rangers zijn, dan slaap je gewoon in een tentje. Nu dus gewoon een (gedeelde) slaapkamer en voor iedereen een bed. Snel de spullen neergezet, want de gids stelde nog een korte nachtrit voor, enthousiast om ons hopelijk toch nog wat dieren te laten zien. Helaas niet meer dan weer wat konijnen en vogels, pas bij terugkomst om een uur of 12 uitgerekend bij het kamp nog een aantal vossen. Alle andere dieren moeten nog maar een dagje wachten, nu snel naar bed. Het was een vermoeiende dag.
Dag 17: speuren in het woud
Even wat extra uitleg over Kaa-Iya en de mogelijkheden om het te bezoeken. Er zijn verspreid over het gebied een aantal kampen voor de rangers, vooral bereikbaar vanaf de buitenkant van het park. Verder zijn er door het gebied heen nauwelijks paden, het is dus moeilijk te bezoeken. Wel loopt er in een rechte lijn van oost naar west een ondergrondse gasleiding, met daarnaast in een net zo rechte lijn een pad. Dit is dus het pas waarover je op zoek kan naar allerlei wild.
Ons kamp lag dus aan dit pad, we moesten ook iedere keer door een poort van het gasbedrijf om een gamedrive te kunnen gaan dan, ook vandaag dus in alle vroegte. De gids vond vier uur slaap schijnbaar genoeg, dus na een bak koffie of thee in het pikkedonker in de 4x4 en op pad. Dit keer in westelijke richting, met de bedoeling om zo rond zonsopgang op een plek te zijn waar eerder jaguars waren gespot. Goed plan, maar de natuur is grillig. Genoeg verse sporen te vinden, maar de veroorzaker hiervan bleek onvindbaar. Veel weer een vos gespot en in de verte ook een soort hertachtige. Vogels ook genoeg, dus er was best wat te zien. Om een uur of tien weer terg in het kamp voor een laat ontbijt en daarna een vroege siësta. We waren vooraf al gewaarschuwd voor een intensief programma, dus belangrijk om wanneer mogelijk rust te pakken. En aangezien veel dieren ook vooral overdag rusten, is het verstandig dat voorbeeld te volgen. Voordat we weer op pad gingen nog een uitgebreide maaltijd. Van een diner is op deze plek geen sprake, op dat tijdstip ben je namelijk altijd op pad. Het werd dus een stevige late lunch en verder alleen nog wat fruit voor onderweg in de avond.
Het zoeken van dieren is eigenlijk alleen het rijden over het lange, rechte pad. Uitzondering is de mogelijkheid tot het bezoeken van een lagune. Hiervoor moet je zo'n twintig minuten over smalle paden door het gortdroge woud lopen, totdat je bij het meertje bent. Omdat dit op dat moment de enige lagune is die niet is drooggevallen, hadden we goede hoop hier genoeg te zien. De gids koos een mooie plek om een camouflagedoek op te hangen, wij netjes op krukjes erachter verstoppen en wachten maar. Schijnbaar vallen de meeste dieren niet te foppen, want op wat vogels na liet niemand zich verleiden om te komen drinken. Na een paar uur wachten gaven we deze poging op, tijd om weer met de 4x4 op het pad de zoektocht voort te zetten.
De lange gamedrive vandaag leverde weer niet veel op, het geluk zat nog niet mee. In het donker een wegrennende miereneter en op het einde van de tocht in de verte een ocelot (katachtige). Verder de eerder geziene dieren, zoals konijnen, vogels en wat vossen. Morgen weer een volle dag aan dieren zoeken, hopelijk dan meer succes.












Dag 18: de jaguar
Nog even over het landschap van Kaa-Iya: gortdroog bos en een zeer warm klimaat. Zeker nu het natte seizoen in het gebied ver achter ons ligt, is alles echt kurkdroog. Weinig bladeren aan bomen, hoe anders moet het er in de regentijd uitzien. Normaal is het in juli nog niet zo erg, maar de gids gaf aan dat het echt een zeer droog jaar is. En dat terwijl het echt droge seizoen nog moet beginnen (september - oktober). Hopelijk ondervindt het gebied niet te grote schadelijke gevolgen van dit wel hele droge jaar. Met het vorenstaande is het zeer monotone landschap wel aardig verklaard, ook elders in het gebied is niet iets heel anders te verwachten. Wel benieuwd hoe anders alles is in het natte seizoen.
Dag drie in het park (de tweede volle dag) belooft in ieder geval weer een intense te worden, een volle dag op zoek naar de dieren in het park. Wel een latere start van de dag, want ook de gids kon het hoge tempo met weinig slaap niet helemaal meer volhouden. Helemaal logisch voor hem, omdat hij ook nog eens moet zorgen voor alle maaltijden en het opruimen na het eten. En van hulp van onze kant wil hij eigenlijk niets weten, dus het is erg hard werken voor hem. In ieder geval vandaag pas een ontbijt op het moment dat het al licht is geworden en een vertrek van het kamp rond een uur of acht.
Waar we gisteren in de middag bij de waterpoel hebben gepost, doen we dat vandaag in de ochtend. Na een korte rit weer een wandeling van 20 minuten door het bos naar de poel. Onderweg langs het pad al de nodige tekenen van leven. Eerst de verse uitwerpselen van een poema, daarna nog sporen van tapirs en van een jaguar (waarbij het er op leek dat de jaguar achter de tapir aan het jagen is geweest). Ook hoorden we nog een dier wegvluchten door de struiken, volgens de gids mogelijk een tapir. Hoe dan ook genoeg bewijs van het feit dat de dieren echt regelmatig bij de poel komen. Helaas resulteerde dit nog niet in de jackpot tijdens aankomst bij de poel. Wel dezelfde vogels als de vorige dag, maar van het grotere wild helaas geen spoor. Het camouflagedoek en de krukjes hadden we gisteren achtergelaten, dus geen onnodig gesjouw. Snel de boel weer opgesteld en afwachten maar.
Tijdens het wachten wilde een van ons vanwege het zich niet zo lekker voelen terug richting kamp, de gids ging dus met diegene weer terug. Hij zei nog iets over lunch maken en weg waren ze. Met zijn drieën daarna maar de focus op het dieren spotten. Helaas geen dierenactiviteit te bespeuren en toen na een paar uur de krukjes ook echt voor geen meter meer zaten, hebben we de goedbedoelde pogingen maar gestaakt. Helaas hebben de dieren zich hier niet door ons laten foppen, waarschijnlijk wisten ze donders goed dat we er waren en lieten ze zich bewust niet zien.












Probleem was alleen dat er nog geen spoor was van onze gids, hij bleef wel erg lang weg. Blijven had echter niet heel veel zin, aangezien we de gecamoufleerde stellingen al hadden verlaten. Dan maar alvast alles opruimen en terug richting het brede zandpad, hij zou zo wel terugkomen om ons op te pikken. Bij het zandpad ook nog geen 4x4 in zicht, dan lopen we maar vast in de goede richting (aan stilstaan en wachten hebben we echt een hekel). Helaas bleek de gids wel erg vertraagd, want pas ruim drie kilometer lopen later zagen we hem in de verte aankomen. Het bleek dat er een waterstoring was geweest, zodat hij pas erg laat kon beginnen aan de lunch. Het goed nieuws was dat de lunch wel klaar stond, bij terugkomst dus gelijk lekker aan de rijst met kip.
Direct na het middageten weer op pad, nu weer de gebruikelijke gamedrive in de 4x4. Voor het gevoel de laatste kans op het spotten van het grote wild, we hoopten nu echt op een jaguar of een poema. De volharding van de afgelopen dagen werd in ieder geval nu wel beloond, ongeveer een half uur voor het ondergaan van de zon hadden we een jaguar te pakken. De gids had hem goed gezien, want zelfs op misschien maar tien meter afstand hadden we nog best moeite om hem te spotten in de struiken. Maar wat een prachtig dier! Hij hield ons continue in de gaten, maar het duurde wel een minuut of tien voordat hij ons zo zat was, dat hij een rustiger plekje ging opzoeken. Dat was lang genoeg om hem goed te bewonderen en de nodige foto's te schieten. De dag was nu al geslaagd.
Ondanks het succes (of mede dankzij het succes) wilde de gids de zoektocht naar ook een poema niet opgeven. Dit betekende weer een heel lange gamedrive, want hij achtte de kans op succes het grootst op ongeveer 65 km afstand van het kamp. Hier waren eerder meerdere poema's gespot. In inmiddels het pikkedonker reden we over het zandpad, gefocust op alle mogelijke dieren. Helaas op de heenrit verder geen succes, behalve helemaal aan het einde een prachtige uil. Daarna was het tijd om even uit te rusten en daarbij onder het eten van wat fruit nog eens te genieten van een prachtige sterrenhemel. Verder wel even uitkijken voor schorpioenen op het zandpad, er liepen er genoeg. Klein en zandkleurig, maar volgens de gids wel 'bloody poison'. Toch maar even oppassen waar je je voeten zet dus maar.
De terugrit was een erg lange, moeite genoeg om de ogen nog open te kunnen houden. Totdat we in de verte ineens iets op het pad zagen liggen. Helaas was de gids al iets te ver doorgereden en had het dier er voor gekozen om op te staan en weg te lopen. Helaas hadden we toen pas in de gaten dat het hier om nog een jaguar ging. Helaas maar even gezien, maar ook nu echt weer een wauw moment. Iedereen gelijk weer helemaal wakker, dus weer met energie om verder te spotten. Dit leverde echter alleen nog wat vossen op. Terug op het kamp weer snel naar bed, morgen nog een paar laatste momenten in het park.
Dag 19: terug naar 'basecamp'
Het einde van dit avontuur in Bolivia komt in zicht. Vandaag terug richting 'basecamp' Santa Cruz de la Sierra, alweer de vierde keer dat we er gaan overnachten. Daarna rest alleen nog de terugreis naar Nederland. Maar zolang we nog in Kaa-Iya zijn, maken we de kans nog mooie dieren te zien. De gids stelde toch nog een ochtend van vroeg opstaan voor, een laatste keer langs bij de poel in de hoop dieren te spotten die komen drinken. Die kans achtte ik zelf niet groot (en de vermoeidheid slaat toe), dus die kans heb ik overgeslagen. Lekker toch even iets langer blijven liggen, het was echt even nodig. Achteraf ook qua dieren spotten geen slechte keuze, helaas voor de anderen was er ook dit keer weinig spannends te vinden bij het water. Dan maar hopen op wat geluk tijdens de rit naar de uitgang van het park.
Maar eerst nog even een ontbijt en daarna opruimen, inpakken, inladen en op pad. Daar bleek de gids nogal wat werk aan te hebben, uiteindelijk liep het tegen het einde van de ochtend voordat we konden vertrekken. Dat gaf ons nog de mogelijkheid om even een rondje over het kampterrein te doen. Dit is nogal flink en er zijn een flink aantal (vervallen) gebouwen waar zich nog wel eens dieren willen verschuilen. Een soort afvalloods schijnt het walhalla te zijn voor twee ocelots op strooptocht. Deze ocelots waren eerder al wel gespot door twee anderen, maar vandaag waren ze nergens te bekennen. Wel genoeg vogels, dat blijft toch ook altijd weer een mooi schouwspel.
Tijd om afscheid te nemen van het kamp, nu nog een uur de ogen open om goed te spotten. Dat leverde nog een hertachtige, vossen en genoeg vogels op. Uiteindelijk kunnen we concluderen dat we toch nog best veel hebben gezien de afgelopen dagen. Het was een bijzonder natuurpark, niet te vergelijken met alle andere natuurparken (ook buiten Bolivia) ooit eerder bezocht. Door het monotone landschap, alsmede het alleen maar kunnen bewegen langs de gasleiding, hangt de beleving vooral af van het wild dat wordt gespot. Een verwarrend gevoel blijft hiermee over.
Er restte nog een lange zit richting Santa Cruz de la Sierra. Eerst over de hobbelige zandweg richting San Jose. Dit keer in het daglicht, dus dit keer was het landschap met veel open vlaktes van de veehouderijen wel goed zichtbaar. Eerst lang over een vlak deel en het laatste uur heuvelachtig, met de grootste en steilste heuvel op het laatst. Uiteindelijk na een uur of drie hobbelen (gerekend vanaf vertrek kamp) weer terug aangekomen in de bewoonde wereld. In hetzelfde restaurant als de heenreis een prima lunch. Gelukkig hoefden er dit keer geen boodschappen te worden gedaan en was er geen sprake van een brandstofzoektocht. De gids had al een paar jerrycans apart laten zetten, dus behalve een korte stop voor het ophalen van de benzine hoefde er niet worden gewacht.
Het laatste stuk van vandaag duurde nog steeds een uur of vier, maar ging gelukkig wel over prima asfaltwegen. Het laatste stuk wel in het donker en dat is zonder straatverlichting en weinig belijning wel aardig spannend. Zeker het laatste stuk vlak voor Santa Cruz de la Sierra, waar steeds meer verkeer op de weg was en brommers en motoren overal tussendoor schieten. Erg blij dat we niet zelf hoefden te rijden, de gids was duidelijk goed gewend aan deze chaos en bracht ons veilig weer terug bij ons 'basecamp', het hotel waar we al voor de vierde keer kwamen. Een vriendelijk afscheid van de gids en daarna lekker even genieten van een goede douche.
Na het opfrissen nog even ter afsluiting een diner in een prima restaurant, het avontuur zit er nu eigenlijk op. Morgenochtend vertrekken we weer richting huis, een trip van ongeveer een etmaal. Hierover later nog een afsluitend verslag.
Dag 20 en 21: Oost, West...
Zo leuk als het is om voor een paar weken op avontuur te gaan, zo fijn is het om ook weer thuis te komen. Zeker op het moment dat de laatste interessante plek is bezocht, en dus alleen nog maar de terugreis rest, lonkt de eigen stal weer opzichtig. Het jammere van de avonturen van meerdere weken is alleen dat dit meestal plaatsvindt op grote afstand van Nederland en dat de terugreis daarmee zomaar een volledige etmaal in beslag kan nemen. Dat was ook bij deze reis het geval. Hierbij een kort laatste verslag van de avonturen door Bolivia: de belevenissen onderweg naar huis.
Gelukkig begon de terugreis niet op een belachelijk tijdstip, zelfs een beetje uitslapen hoorde er nog bij. Uiteraard niet te lang blijven liggen, want de laatste dingen moesten nog worden ingepakt. Ondanks dat het nodige aan souvenirs en lekkernijen was ingeslagen, paste alles gewoon in de tassen. Wel blij dat bij de internationale vlucht de tassen drie kilo zwaarder mochten zijn dan bij de binnenlandse vluchten. Geen stress dus bij het inpakken dit keer. Wel chaos in het keukentje van de suite. Ondanks dat we letterlijk niet in het keukentje waren geweest, stond de vloer volledig blank tot aan de deur naar de gang. Het laminaat was al lekker aan het opkrullen, het zag er niet best uit. Beneden bij de receptie maar even melding doen, binnen vijf minuten stond er een onderhoudsmedewerker voor de deur. Hij sprak alleen maar Spaans, ik (nagenoeg) niet. Maar uiteindelijk kwamen we er met handen, voeten en Google Translate een soort van uit. Niks kapot, maar als er meer mensen tegelijk douchen, ontstaat er een soort van overdruk en begint het uitgerekend in deze suite te lekken bij een ketel. Allemaal prima, nog een ontbijtje en dan zijn we toch vertrokken. Daarna alle tijd voor ze om de problemen (onder andere met het laminaat) op te lossen.
De trip na het ontbijt naar de luchthaven ging voorspoedig. Zaterdagochtend, dus niet al te druk op de weg. Na aankomst op de luchthaven de vaste riedel: inchecken, geld terugwisselen, door de beveiliging en douane en daarna: wachten. Het nam gelukkig niet al te veel tijd in beslag, al was er nog onduidelijkheid over een al dan niet in te vullen formulier. Gewoon voor de zekerheid doen en we konden het ook ergens inleveren, dus het zal wel goed zijn. Het instappen begon al een uur voor vertrek, we hadden geen idee waarom. Later bleek wel dat het snuffelen van honden aan de handbagage (geen idee waar deze honden graag naar snuffelden) nog wat tijd in beslag nam. Ondanks het vroege boarden toch een kleine vertraging bij vertrek. Nog wat turbulentie bij het opstijgen vanwege de flinke wind en weg waren we.
De vlucht naar Madrid was geen fijne. Een gezin achter ons met jonge kinderen, die het zeker tijdens zo'n lange vlucht niet makkelijk hebben. Helaas dus ook veel gepor en gedoe tegen onze rugleuningen en op zijn tijd de nodige herrie. Een momentje slapen zat er dus niet in, dan maar lekker wat filmpjes kijken en muziek luisteren. Aankomst in Madrid in de avond Boliviaanse tijd en einde nacht in Europese tijd. Een nacht dus 'gemist', dat levert altijd een pittige jetlag op. In Madrid weer een korte overstap naar een laatste, korte vlucht naar Schiphol. Hier ging alles prima, binnen 2,5 uur waren we weer in Nederland.
Inmiddels erg moe, maar nog even doorbijten. Door de douane, op zoek naar de juiste bagageband. Alle koffers/tassen bleken in het juiste vliegtuig te zijn beland, ze kwamen een voor een tevoorschijn. Vervolgens restten nog drie korte treinritjes en een klein stukje lopen naar huis. Ook daar alles volgens planning, we waren weer thuis. In de middag heerlijk even helemaal niets, lekker op de bank de Olympische Spelen kijken. Heel mooie herinneringen opgedaan, maar nu gewoon weer lekker thuis.
Reactie plaatsen
Reacties