Ecuador (2016)

Wat was 2016 toch weer een fantastisch reisjaar met eerst een reis naar winters Zweden en tegen de zomer een lange rondreis door Ecuador. En deze reis kwam zelfs voor mijzelf onverwachts. Zoekende naar een reis voor het najaar viel mijn oog op een last minute aanbieding voor Ecuador die ik gewoon niet kon laten lopen. Voorbereidingstijd was hierdoor iets meer dan een week, het was ook een kwestie van de baas heel lief aankijken en met bloedspoed nog langs de GGD voor een consult, een prik en de nodige pillen. Ondanks dat de voorbereiding misschien niet optimaal was, werd het een fantastische trip. Een verslag van deze reis (inclusief de nodige foto’s) is hieronder te vinden. Tijdens de reis zelf is geen verslag bijgehouden, alles is in de eerste helft van 2025 opgetekend op basis van het geheugen, opgefrist door de foto’s (gelukkig destijds wel een fotoboek gemaakt met een goede duiding van alle data en locaties). Veel lees- en kijkplezier!


Dag 1 en 2: Quito

Twee dagen acclimatiseren in de hooggelegen hoofdstad Quito. Een verslag van deze dagen in de stad is hier te vinden.

Dag 2: Mitad del Mundo

Vanuit Quito nog een paar uurtjes naar het monument ter ere van de evenaar ten noorden van de stad. Een verslag vind je hier.

Dag 3: Otavalo

Tijd om door te reizen naar het dorp Otavalo in het noorden van het land, met nog een stop bij een rozenkwekerij. Een verslag is hier te vinden.


Dag 4: Cuicocha en Peguche

Een verslag van een bezoek aan een groot kratermeer en een waterval in de buurt van Otavalo is hier te vinden.

Dag 5: van Otavalo naar Tena

Van de Andes naar het Amazonewoud, met onderweg lekker een thermaal bad en een bos vol kolibries. Een verslag van deze dag vind je hier.

Dag 6: het Amazone regenwoud

Een dag van hiken en varen door het warme, vochtige Amazone regenwoud. Een verslag van deze dag in de natuur is hier te vinden.


Dag 7: Cascada del Pailón del Diablo

Onderweg van Tena naar Baños langs de Ruta de las Cascadas, met een stop bij de Pailón del Diablo. Een verslag hiervan vind je hier.

Dag 8: Baños de Agua Santa

Nog even terug naar de Ruta de las Cascadas, met een zipline, gondel en schommel. Verder een wandeling in Baños. Een verslag is hier te vinden.

Dag 9: Chimborazo NP

Onderweg naar Riobamba een stop op erg grote hoogte (tot 5.000 meter) op de flanken van de Chimborazo vulkaan. Een verslag vind je hier.


Dag 10: Riobamba

Een rustdag tijdens deze best intensieve reis. Rustplaats is Riobamba, waar helaas niet heel veel te beleven bleek. Een verslag is hier te vinden.

Dag 11: Nariz del Diablo en Ingapirca

Een reisdag met ook nog een vol programma: een treinrit rond de 'Neus van de Duivel' en een archeologische site. Een verslag vind je hier.

Dag 12: Cuenca

Een volle dag in misschien wel de meest prettige stad van het land: Cuenca. Een verslag van een rondwandeling en -rit is hier te vinden.


Dag 13: El Cajas NP

Een reisdag van Cuenca naar Guayaquil betekent een lange, maar mooie rit dwars door de Andes. Een verslag van deze dag vind je hier.

Dag 14: Puerto Lopez

In de ochtend nog een flinke rit, maar in de middag genieten van een klein paradijsje langs het strand bij Puerto Lopez. Een verslag is hier te vinden.

Dag 15: Isla de la Plata

Het verslag van een boottocht naar Isla de la Plata (ook wel 'poor man's Galapagos) met ook een mooi snorkelmomentje vind je hier.


Dag 16: Machalilla NP en Agua Blanca

Ook rond Puerto Lopez was genoeg natuur te vinden. Een verslag van een wandeltocht en een zwavelbad vind je hier.

Dag 17: Puerto Lopez

Een dag helemaal niets op het programma. Toch lukt het om ook hier iets over te vermelden, het verslag ervan is hier te vinden.

Dag 18: terug naar Nederland

Tijd om naar huis te gaan. Een kort verslag van de laatste ochtend langs het strand en de reis terug naar Nederland vind je hier.

Dagverslagen

Ecuador dag 18: terug naar Nederland

Allerlaatste dag van deze reis, dus ook allerlaatste verslag. Niet heel veel te vertellen over deze dag, want ook niet heel veel herinneringen nu 9 jaar later (verslag is gemaakt in 2025). Maar dat is ook goed nieuws, want herinneringen aan een reisdag betekent vaak niet veel goeds (vertragingen, problemen bagage, noem maar op). Wat nog wel in het geheugen staat, is dat we nog een ochtend hadden in het hotel. Lekker nog even ontspannen en het strand op dus, voordat de bus ons naar de luchthaven van Guayaquil zou gaan brengen. Een rit weer van een uur of vier. Gelukkig direct naar de luchthaven en niet nog een stop in de stad, daar hadden we niets meer te zoeken. Op de luchthaven werden we weer herenigd met de reisgenoten die naar de Galapagoseilanden waren geweest. De wachttijd op het vliegveld kon dus mooi worden gebruikt om de ervaringen van de laatste dagen met elkaar te delen. Iedereen had het op de eigen plek prima naar de zin gehad, dat is dus wel prima om te horen. In de avond de nachtvlucht terug naar Nederland, met nog een overstap ergens in Europa (volgens mij Spanje, maar dat weet ik niet meer zeker). De volgende ochtend aankomst in Nederland en dan lekker naar huis. Alweer een mooie reis achter de rug, er waren weer mooie herinneringen gemaakt.

Lees meer »

Ecuador dag 17: Puerto Lopez

De laatste volle dag in Ecuador. Op het programma: helemaal niets. Nog even genieten van dit mooie plekje, het strand, de oceaan en het mooie weer. Helemaal niets betekent voor mij niet dat er echt ook niet gebeurt. In de ochtend bijvoorbeeld een wandeling over het strand, helemaal naar het meest noordelijke puntje. Daar is ook een zeeschildpadopvang, dus daar ook nog even een kijkje genomen. Vriendelijke medewerkers die ook het nodige over de opvang konden en wilden uitleggen. Als tegendienst een T-shirt van de opvang gekocht, hiermee toch weer een beetje de opvang gesteund. Ook in de middag een wandelingetje over het strand, maar nu ook even af en toe langs riviertjes gelopen die uitkwamen op het strand. Juist in deze ‘zijtakken’ zijn heel veel vogels te vinden, zeker de moeite waard om daar langs te gaan.

Tussen de wandelingen door vooral lekker genoten van de tuin van het hotel. Er leken steeds meer en steeds grotere leguanen in de bomen te zitten (of ik werd gewoon beter in het zoeken), ik kreeg er nooit genoeg van om ze te zien. Ook veel vlinders en vogels, het was iedere keer weer een soort mini-jungletocht. Uiteraard tussendoor regelmatig langs het restaurant voor lekker versnaperingen en wat drankjes, terwijl kon worden genoten van het uitzicht over de oceaan. Om eerlijk te zijn zou ik het nog best wel wat dagen kunnen uithouden hier, ook al is het ondertussen ook weer goed om naar huis te gaan. Misschien is het dus ook wel prima zo. Nog een nachtje hier en dan weer op weg naar Nederland.

Lees meer »

Ecuador dag 16: Machalilla NP en Agua Blanca NP

Zoals gisteren al aangegeven ligt Isla de la Plata in het Nationaal Park Machalilla. Dit park is echter veel groter dan alleen dat eiland. De direct omgeving van Puerto Lopez hoort namelijk ook tot het beschermde gebied. Ideaal dus om ook hier nog even een ochtend lekker te gaan wandelen. Binnen vijf minuten waren we met de auto bij het begin van een wandelpad. Het bos waar we zouden gaan lopen werd getypeerd als zeldzaam droog tropisch oerwoud, een groot park vol vijgen- en hoge kapokbomen. Langs de kust, dus ook af en toe over de klippen met een ver uitzicht over de oceaan. En niet te vergeten mooie, verlaten stranden. De ene met donker zwart zand, de ander dan weer met spierwit zand. Echt een prachtig natuurpark om de hoek van Puerto Lopez.

Na de (door de hitte nog best pittige) wandeltocht kregen we de kans om af te koelen. Hiervoor gingen we naar Agua Blanca. Deze plek ligt zo'n 16 kilometer ten oosten van Puerto Lopez. Agua Blanca vormt een privécommunity binnen het Machalilla National Park, al wordt het ook wel als Agua Blanca NP geduid. Na aankomst en het betalen van een kleine entreeprijs, gaan we met een gids op pad. Geen woord Engels, dus we zijn blij dat ook onze gids mee is. De wandeling gaat over het pad langs een riviertje. Er lopen wat geiten en varkens door de droge rivierbedding, die wordt omzoomd door flink veel groen. Heel wat anders dan de wandeling van vanmorgen dus. Na verschillende bruggetjes en trapjes ruiken we zwavel. Het is duidelijk waar we de afkoeling gaan krijgen: in een zwavelbad. Goed voor de huid zeggen ze, maar dit bad stinkt wel heel erg flink. Eenmaal aangekomen blijkt het wel een prima aangelegd zwembad te zijn, ondanks dat het wel een natuurlijke zwavelbron is. Even omkleden (we wisten al dat we zouden gaan zwemmen, dus we hadden spullen mee) en toch maar even zwemmen. De optie om een modderbad met massage te nemen, sloegen we wel over. Na een half uurtje vonden we het wel weer genoeg, tijd om te douchen (gelukkig water zonder zwavel) en helemaal fris weer terug te gaan naar Puerto Lopez. De late middag in de hangmat (met een drankje) begon inmiddels een traditie te worden, dus ook vandaag maar niet over slaan. Nog maar een volle dag in Ecuador en dan zit het er al weer op, nog maar even met volle teugen genieten.   

Lees meer »

Ecuador dag 15: Isla de la Plata

Het was weer heerlijk wakker worden. Het zonnetje scheen op het hutje, de vogels lieten zich buiten al goed horen en het geluid van de oceaan in de verte maakte het helemaal af. Niet al te lang uitslapen dit keer, we hadden vandaag een mooie trip op het programma staan. Maar gelukkig nog wel even tijd om voor het ontbijt nog een kwartiertje in de hangmat op de veranda te genieten van deze groene oase. Vanuit de hangmat zag en hoorde ik ver boven me in een boom het nodige geritsel. Daar moest wel een flink dier zitten, de top van de boom schudde flink heen en weer. Op een gegeven moment zag ik de kop van een gigantische leguaan tussen de bladeren. Deze dieren zoeken in de ochtend de toppen van de bomen op om lekker op te warmen in de zon. Deze dieren zouden tijdens ons verblijf dus nog wel vele malen worden gespot. Een leuke hobby (leguanen spotten in de ochtend) was geboren.

Na het ontbijt gingen we op pad, er stond een dagtocht per boot naar Isla de la Plata op het programma. Eerst een wandeling over het strand naar het centrum van het dorp. Hier liep een lange pier een paar honderd meter de oceaan in. Heel veel vissersboten die inmiddels al weer terug waren van de hele vroege vistocht, maar ook een aantal snelle boten voor de dagtrips naar Isla de la Plata. Duidelijk dat de toeristen die hier komen een bezoek aan dit eiland niet zullen overslaan. Met een volle boot gingen we vol gas de oceaan op.

Isla de la Plata wordt ook wel ‘The Poor Man’s Galapagos’ (arme mensen Galapagos) genoemd. Dit eiland is niet alleen veel goedkoper om te bezoeken (iets van 40 dollar voor een dag), maar ook lekker dicht bij het vaste land. Vanuit Puerto Lopez was het slechts een uurtje varen. Is er op dit eiland veel minder te zien? Waarschijnlijk wel, maar nog steeds is het indrukwekkend. Al bij aankomst zwermden schildpadden en vissen in aanzienlijke hoeveelheden rond de boot. Toen we vanaf de boot aan land gingen en ik nog even omkeek, zag ik zelfs een reuzenmanta naast de boot zwemmen. Had ik toch maar iets meer getreuzeld bij het van boord gaan, dan had ik hem in volle glorie kunnen zien.

Het eiland ligt binnen de grenzen van het Nationaal Park Machalilla en is daarmee beschermd. Het is dus ook niet mogelijk om het eiland te bezoeken zonder registratie (en betaling) en zonder begeleiding van een gids. Eerst dus maar melden bij het entreegebouw van het park. Nog even naar het toilet en dan op pad. Het eiland is erg rotsachtig en slechts (gedeeltelijk) begroeid met struiken. Verder vooral lage, droge vegetatie. Geen bescherming tegen de zon dus, hou hier rekening mee met kleding, zonnebrand en water. Er zijn wel aangelegde paden, dus met comfortabele schoenen kom je er wel. Na de start van de wandeling maakten we al heel snel kennis met de grappigste vogels die ik ooit heb ontmoet: de Blue footed boobies (blauwvoetgent). Deze vogels met hun kenmerkende blauwe voeten, klinken als de defecte fluitketel van je oma en waggelen als iemand die met flippers over het strand loopt. Alsof de evolutie een geintje met ze heeft uitgehaald. Deze echt leuke vogels zijn totaal niet bang voor mensen, we konden er vlak langs lopen. Andere bijzondere vogels zijn de Amerikaanse fregatvogels, die juist toen wij er waren massaal aanwezig waren om te gaan broeden. De mannetjes wilden flink indruk maken op de vrouwtjes en bliezen hun rode keelzak flink op tot een soort grote ballon. Geen idee wat hier aantrekkelijk aan is, maar het werkte schijnbaar wel. Voor ons in ieder geval een bijzonder en kleurrijk gezicht. Naast vogels ritselden de nodige reptielen door de bosjes, we hebben ook genoeg hagedisjes gezien. Verder vooral mooie uitzichten, het was een mooie wandeling.

Lees meer »

Ecuador dag 14: Puerto Lopez

Ondanks dat het hotel weinig charmant was en de stad voor ons niet veel te bieden had, was er één ding wel helemaal goedgekeurd: de hotelkamer en dan vooral het bed. De rest van de groep moest vroeg op pad richting de luchthaven (om door te vliegen naar de Galapagos-eilanden), dus wij hadden voorlopig de bus (en chauffeur) niet beschikbaar om zelf door te reizen. Lekker uitslapen dus en vooral ook op het gemak ontbijten. Tas weer inpakken en daarna op pad naar de laatste verblijfplaats deze reis: Puerto Lopez. Toch wel weer een lange rit vandaag: een rit van ongeveer vier uur naar dit vissersdorpje, voornamelijk over een kustweg. Ergens halverwege de middag kwamen we aan op deze plek om de komende dagen op en bij het strand te relaxen (en daarnaast uiteraard nog wat leuke dingen te doen).

Het kleine vissersdorpje ligt aan de Stille Oceaan en is een belangrijke handelsplek voor lokale vissers. Zij trotseren ’s nachts de golven zodat ze vroeg in de ochtend hun verse vangst kunnen ruilen of verkopen. Men rijdt hier met auto’s het strand op om de vangst te bekijken en hun slag te slaan. Wie ook hun slag proberen te slaan, zijn de vele pelikanen, fregatvogels en gieren die nieuwsgierig dichtbij komen om een hapje te pikken. Dit was allemaal niet de reden om hierheen te gaan, dat zijn vooral de activiteiten en tripjes die de omgeving te bieden heeft. Hierover in de verslagen van de volgende dagen meer. Het dorpje oogde bij het binnenrijden erg rustig en ook best leeg. Rustige straten, veel lege percelen, wat een verschil met het gigantisch drukke Guayaquil dat we vanmorgen achter ons lieten. Het strand was ook flink leeg, weinig hotels, strandtenten en ook geen zonnebadende toeristen. Duidelijk geen heel toeristische plek.

Aan de rand van het dorp stopten we bij een soort groen bos, waarin ons hotel bleek te zijn gesitueerd: Hostería Mandala. Overal bomen, struiken en vooral heel veel bloemen, het was een soort klein paradijsje. Het hoofdgebouw lekker langs het strand, dus bij iedere maaltijd uitzicht op de oceaan. Daarachter smalle paadjes tussen het groen die leidden naar leuke hutjes. Ieder hutje een veranda met hangmatten, duidelijk dat we het hier de komende dagen erg goed zouden gaan hebben. Ieder snel naar de eigen hut en daarna lekker genieten van de hangmat, tuinen en ook het strand. Verder niets op het programma, dus gelijk vol in de zen-modus. Even in de hangmat, een cocktail bij de bar en met de blote voeten over het strand en in de oceaan. Nog voor etenstijd een prachtige zonsondergang en daarna nog een heerlijk diner. Kon de tijd maar voor even worden stilgezet.

Lees meer »

Ecuador dag 13: El Cajas NP

Lange reisdagen zijn over het algemeen niet de leukste dagen tijdens een rondreis, maar het wordt wel heel veel leuker als je door de prachtige Andes rijdt en vooral door een adembenemend mooi nationaal park. Reisroute van de dag? Van Cuenca naar de havenstad Guayaquil. Tijdsduur van de rit? Volgens de routeplanner ruim 3,5 uur, maar dan is geen rekening gehouden met een toch wat trage bus en het feit dat je dwars door de bergen moet en de bedachte snelheid dus echt nooit zal halen. Tel er dus in ons geval maar 1,5 uur bij op en dan zijn een paar mooie stops niet meegerekend.

Vertrek in de ochtend dus vanuit de stad Cuenca. Deze stad ligt midden in de Andes, dus het werd direct een tocht van klimmen en dalen door de bergen. In deze bergen, op ongeveer 30 kilometer ten westen van de stad, ligt het Nationaal Park Cajas. Gelukkig waren we al goed gewend aan de hoogte, want we kwamen hier uit op een hoogte van zo’n 4.000 meter. IJle lucht dus weer en gewoon even rustig aan tijdens stukjes wandelen. Het park herbergt prachtige gletsjervalleien, heidevelden en bossen, en een netwerk van ongerepte bergmeren. Wij waanden ons hier op de filmset van een Lord of the Rings-film. Maar je zult hier uiteraard geen hobbits vinden, maar houd je ogen open voor Andescondors, brilberen, kolibries en wilde alpaca's. Vooral mooi waren de tapijten van sponsachtige planten die water absorberen en het gedurende weken en maanden langzaam afgeven. Bij zon mooi alles vol van kleur, bij bewolking een ruig, grauw landschap. De weg gaat dwars door het park, dus al tijdens het rijden genoeg om naar te kijken. Maar uiteraard begon het ook te kriebelen om stukjes te gaan lopen. Helaas voor ons geen tijd voor hele wandelingen (ik zou het wel aanraden om hier de tijd voor te nemen indien mogelijk), maar toch stukjes van enkele honderden meters heen en weer op verschillende plekken. We hebben genoten.

Na de verschillende stops verder door in westelijke richting, waar we op een gegeven moment ook de afdaling begonnen richting Guayaquil. Eerst nog flink heuvelachtig landschap, maar uiteindelijk naar een best vlakke delta vlak bij deze havenstad. Bijzonder om in één dag 4.000 meter af te dalen en uiteindelijk uit te komen op ongeveer zeeniveau. Guayaquil (officieel Santiago de Guayaquil) is de grootste stad van Ecuador. De stad zelf heeft ongeveer 2,7 miljoen inwoners, de gehele agglomeratie heeft 3,3 miljoen inwoners. Enige reden om deze stad aan te doen, was het direct weer doorreizen de volgende dag. Een deel van de groep naar de Galapagoseilanden, een deel naar de westkust van het land. Dat laatst gold ook voor mij.

In tegenstelling tot andere steden in Zuid-Amerika vind je in Guayaquil weinig koloniale gebouwen. De meesten zijn in het verleden afgebrand. Alleen in de wijk Las Penas vind je resten van de koloniale geschiedenis. Niet veel om te zien dus. Verder werd (in ieder geval toen wij er waren) de stad als zeer onveilig beschouwd. We werden afgezet bij ons (weinig charmante en vooral zakelijke) hotel en ons werd vooral aangeraden om (zeker omdat het al donker werd) niet zelf op pad te gaan om de boel te verkennen. Rond etenstijd stonden gids en chauffeur (met een paar geregelde vrienden) klaar om ons te begeleiden naar het restaurant. Een korte stop op een enkel plein en bij de boulevard, maar daarna vooral snel door naar het restaurant en niet te lang rond blijven hangen. Na het eten werden we zelfs met de bus weer teruggebracht, ondanks dat het maar tien minuten lopen was. Waarschijnlijk toch slechte ervaringen in deze stad. Jammer, het gaf ons ook een rotgevoel over ons verblijf hier. Eenmaal terug in het hotel dus maar lekker naar bed, gelukkig morgenochtend gelijk weer door naar betere plekken.

Lees meer »

Ecuador dag 12: Cuenca

De (erg leuke en nuttige) site van We are Travellers meldt over de stad Cuenca het volgende: “Met ongeveer 350.000 inwoners is Cuenca de 3e stad van Ecuador. Als je de stad bezoekt, dan voelt deze echter niet aan als een grote stad. Misschien komt dat door de vele oude bouwwerken of omdat Cuenca op een hoogte ligt van 2530 meter en wordt doorkruist door 4 riviertjes: de Tomebamba, Tarqui, Yanuncay en Macháncara rivieren. De officiële naam van Cuenca is door die 4 riviertjes overigens ook “Santa Ana de los Cuatro Ríos de Cuenca”. De stad is vernoemd naar de gelijknamige stad in Spanje, waar toevallig ook 4 rivieren doorheen stromen. Als bijnaam wordt de stad ook wel: “Atenas del Ecuador” of “Het Athene van Ecuador” genoemd, vanwege haar architectuur en rijke cultuur.” Nog wat verdere feiten van Wikipedia: “Op de plaats van het huidige Cuenca stond aan het begin van de 16e eeuw een Incastad genaamd Tomebamba. De Incaleider Túpac Yupanqui had omstreeks 1500 op die plaats in een bloedige veldslag de Cañari-Indianen verslagen. Hij bouwde vervolgens de stad Tomebamba, die de stad Cuzco moest overtreffen in praal en luister. Toen in 1547 de Spanjaarden het gebied bereikten was Tomebamba echter volledig verwoest, als gevolg van de strijd tussen keizer Atahualpa in Quito, en zijn broer Huáscar in Cusco. De Cañari-Indianen hadden de zijde van Huascar gekozen, hetgeen in de regio van Cuenca tot hevige strijd leidde. Van de stad Tomebamba zijn uitsluitend een paar muurresten overgebleven aan de oevers van de rivier.”

Genoeg feitjes en weetjes voor nu, we gaan verder met onze eigen belevenissen in Cuenca. Vandaag een volle dag in deze stad, die ook wel de prettigste stad van het land wordt genoemd. Nu hebben wij uiteraard niet alle steden in dit land bezocht, maar in deze stad hing inderdaad wel een fijne sfeer. Tranquilo is in het Spaans wel het juiste woord. In de ochtend een rondwandeling met onze gids door het centrum van de stad. Nu 9 jaar na deze tocht weet ik uiteraard niet meer exact welke plekken zijn bezocht, maar er is wel een beeld bijgebleven van smalle klinkerstraatjes, knusse pleinen, koloniale gebouwen en vooral veel kerken. Cuenca telt 52 kerken, je zou in een jaar dus iedere zondag een andere kunnen bezoeken. Ook veel marktjes die je heerlijk op het gemak kan afstruinen.

In de middag gingen we de ultieme toerist uithangen: een rondrit in zo’n toeristenbus waarbij je op het dak in het zonnetje kan gaan zitten. In het centrum ging het vanwege het drukke verkeer zo ongeveer langzamer dan te voet, maar eenmaal buiten het centrum schoten we een stuk meer op. En het gaf de mogelijkheid twee extra plekken te bezoeken: de archeologische vindplaats ‘Ruinas de Pumapungo’ en het uitzichtpunt Mirador de Turi bovenop een berg. Aan het einde van de rit nog een stop bij een fabriek waar de echte panamahoeden worden gemaakt. Die hoeden staan mij niet, maar een aantal reisgenoten ging met een kwaliteitshoed naar huis. In de avond nog een korte wandeling door het centrum met uiteraard een goede culinaire stop onderweg. Zelf ben ik niet zo van de grote steden, maar zoals al aangegeven voelt deze stad prettig aan. Bijna zonde om morgen door te reizen, er was nog wel meer te zien.

Lees meer »

Ecuador dag 11: Nariz del Diablo en Ingapirca

De nogal saaie dag van gisteren werd vandaag meer dan goed gemaakt op onze weg naar de stad Cuenca. Vandaag nog niet in Cuenca zelf, dat zou morgen allemaal komen, maar vooral onderweg. Het eerste mooie momentje was eigenlijk vlak nadat we waren vertrokken uit Riobamba. De afgelopen dagen was (het topje van) de Chimborazo vulkaan steeds verstopt in de wolken, maar nu in de vroege morgen was de hemel flink helder. Wat ochtendmist in de dalen en een kleine beetje wolken hoog boven de vulkaan. Eenmaal op een bergweg buiten de stad hadden we dus vol zicht op de Chimborazo. Gelijk dus ook tijd voor de eerste (foto)stop van de dag en gelijk ook een van de mooiste van dit drieweekse avontuur.

Na de eerste fotostop was het in één ruk door naar het kleine dorpje Alausí. Daar hadden we letterlijk een trein te halen en dan ook nog wel een heel bijzondere. We zouden een treinroute afleggen in de omgeving van een grote rots met de naam ‘Nariz del Diablo’. In het Nederlands vertaald ‘Neus van de duivel’, vernoemd naar de vorm van de rots die hier sterk aan zou doen denken. We zouden het allemaal wel gaan zien. Over deze oude treinroute valt het volgende te melden.  Eind negentiende eeuw begonnen de werkzaamheden aan een treinspoor tussen hoofdstad Quito en de grootste stad Guayaquil. Dat ging niet zonder slag of stoot. Vooral de steile, bijna verticale rotswand Nariz del Diablo vormde een groot obstakel. De oplossing was om de trein zigzaggend langs de rotswand te laten rijden. In 1908 reden eindelijk de eerste treinen tussen de twee grootste steden van Ecuador. Jarenlang vormde de 448-kilometer lange treinreis de voornaamste verbinding tussen Quito en Guayaquil. In de loop der tijd verloederden de treinen en sporen echter en kwamen er betere wegen. De treinreis veranderde in een toeristische attractie die vooral backpackers trok die het dak op sprongen om van het fantastische uitzicht te genieten. In 1997 verwoesten hevige stormen het spoor en een tijd lang was alleen een klein stuk van twaalf kilometer tussen het plaatsje Alausí en Nariz del Diablo begaanbaar. Op het moment van schrijven (2025) was het gehele spoor door een miljoenenrenovatie weer hersteld. Het is inmiddels dus weer mogelijk het hele traject over het spoor af te leggen, maar tijdens deze reis was alleen de eerder genoemde 12 kilometer in gebruik. Wij zouden dit stuk gaan afleggen.

We kwamen ruim op tijd aan in Alausí en hadden nog even de tijd om een stukje door het dorp te lopen. De straten waren aardig verlaten, slechts af en toe een auto en een inwoner die langs kwam wandelen. De huizen waren nagenoeg allemaal in mooie, frisse kleuren geverfd en in het ochtendzonnetje zag het er erg vrolijk uit. Het spoor liep dwars door de straten en ergens in het dorp stond een klein stationsgebouw met aan een kant een perronoverkapping. Daar stond de trein ook al klaar: een knalrode diesellocomotief met daarachter een stuk of vier houten wagons. Omdat bij het boeken van de reis werd gesteld dat ze nog even moesten kijken of er voor mij nog wel een treinkaartje kon worden bemachtigd (wat gelukkig dus ook lukte), hadden we de verwachting dat de trein afgeladen vol zou zijn. Dat bleek erg mee te vallen, iedereen kon wel ergens aan een raam zitten en er was genoeg plek om ook wat rond te lopen en af en toe aan de andere kant te gaan zitten. Schijnbaar hadden we dus mazzel, want volgens de verhalen kan de trein soms ook overvol zitten.

Stipt op tijd blies de conducteur op zijn klassieke fluitje en langzaam werd de trein in beweging gezet. Al snel reden we het dorpje uit en werd het dal zichtbaar waar we zouden gaan afdalen. Eerst nog niet al te steil, daarna steeds steiler. Eerst kon de afdaling nog worden gebolwerkt met krappe bochten, uiteindelijk moesten we zigzaggen. Eerst vooruit, dan weer achteruit, enzovoorts. En iedere keer moest er iemand uit om weer een wissel om te zetten als de trein er voorbij was, waarna achteruit dus weer een spoor verder naar beneden werd gekozen. Ergens onderweg werd gewezen naar de Nariz del Diablo, de rots die dus de neus van de duivel moest voorstellen. Eerlijk gezegd: ik zag het er niet in. Maar goed, alles voor een goed verhaal toch? Voor mij was het uitzicht tijdens de rit al adembenemend, daarvoor heb je geen duivelsneus nodig. Hoe dieper in het dal, hoe indrukwekkender het werd. De trein reed ondertussen rustig door, zo voorzichtig mogelijk om geen lawine te veroorzaken. Af en toe tuimelde er toch wel wat gruis naar beneden, maar een echte lawine bleef gelukkig uit.

Lees meer »

Ecuador dag 10: Riobamba

Rustdag. Nooit verkeerd om tijdens een lange rondreis even een dagje rust in te bouwen, maar waarom het uitgerekend hier was werd niet echt duidelijk. Wat valt er over deze stad te zeggen? Wikipedia geeft het volgende aan: “Riobamba is een centraal gelegen stad en een parochie (parroquia) in Ecuador in het kanton Riobamba. Het is de hoofdstad van de provincie Chimborazo, gelegen op 2760 meter boven zeeniveau dicht bij verschillende vulkanen, zoals de Chimborazo. De stad werd gesticht in 1534 en was korte tijd de hoofdstad van Ecuador. In 2004 telde de stad ongeveer 170.000 inwoners. De economie van de stad draait vooral op landbouwproducten uit de omliggende gebieden. Elke zaterdag zijn er in de stad grote markten waarop deze producten worden verkocht. Daarnaast neemt ook het toerisme een belangrijke plaats in. De toeristen komen vooral naar Riobamba vanwege de nabijgelegen Chimborazo.”

De Chimborazo waren we gisteren al geweest, verder is er eigenlijk weinig te beleven. Verder ook geen plaatsje met gezellige restaurantjes en het hotel waar we zaten was een simpel stadshotel met weinig voorzieningen. Geen zitje of plekje om lekker een boek te pakken of op een andere manier te ontspannen. We voelden ons op deze plek een beetje verloren, geen idee wat hier te doen. Gelukkig had onze gids dit al snel in de gaten en werd een soort provisorische excursie door de omgeving bedacht. Allereerst gingen we naar La Laguna de Colta, een meer net buiten de stad. Duidelijk ingericht voor recreatie van de lokale bevolking, met bootjes, speeltuinen enzovoorts. Helaas was het doordeweeks en dan ook nog eens in het verkeerde seizoen, niets was dus open en er was dus werkelijk niets te beleven. Vlak bij het meer nog wel een leuk kerkje, waarvan de voorkant was gemaakt van natuurlijke stenen. Verder nog wat andere dorpjes aangedaan, waarbij we vooral wat kerkjes en pleinen hebben bekeken. Fijn dat Armando zijn best deed ons om de omgeving te laten zien, maar er is in deze omgeving gewoon niet veel te doen en zien. De toeristen komen er echt alleen voor de vulkaan, verder is het een kwestie van doorreizen. En dat zouden we morgen weer doen, we keken er alvast naar uit. Vandaag in ieder geval een dag die niet in het geheugen gegrift zal staan.

Lees meer »

Ecuador dag 9: Chimborazo NP

We begonnen de reis in de Andes op hoogte in bijvoorbeeld Quito en Otavalo en na een tijdje lager in de Amazone knallen we nu weer de Andes in. En dit keer ook echt hoog. Riobamba, de eindbestemming voor vandaag, ligt al op ruim 2.700 meter hoogte. Maar dat is niet de uitdaging van de dag, dat is de stop in het Chimborazo Nationaal Park. Dit park is vernoemd naar de vulkaan die hier de eyecatcher vormt. De Chimborazo is met 6.263,47 meter boven de zeespiegel de hoogste vulkaan in de Andes en tevens de hoogste berg van Ecuador. De berg ligt in de gelijknamige provincie, ongeveer 200 kilometer ten zuiden van de evenaar. Is de Chimborazo hiermee ook de hoogste berg ter wereld? Dat ligt er aan hoe je er naar kijkt. Als we de hoogte boven zeeniveau meten, is de Mount Everest de duidelijke winnaar. Sterker nog, de Chimborazo staat niet eens in de top 100 van bergtoppen ter wereld. Maar als we de afstand tot het middelpunt van de aarde meten, is de Chimborazo de duidelijke winnaar, met een enorme voorsprong van 2,1 kilometer op de Everest.

Hoogste of niet, het is in ieder geval een reus. En niet een reus waarbij je zomaar even zonder goede training en voorbereiding de top kan bereiken. Dat was dan ook totaal niet ons plan. Maar met de bus kan je al zomaar tot 4.800 meter hoogte komen. En dat is dus net zo hoog als de top van de befaamde Mont Blanc in Europa. We vonden het dus wel spannend, zouden we last gaan krijgen van deze hoogte? Gelukkig hadden we de afgelopen week dus al wat hoogtemeters, hopelijk zou het mee gaan vallen. Eerst in ieder geval nog een mooie rit vanaf Baños. Langzaam aan klom de bus de bergen in, soms door haarspeldbochten en soms ook over de hoogvlaktes. Al snel lag het groen achter ons, geen bomen meer te vinden. Alleen wat lage struiken, planten en grassen. Ook kwamen we wat andere bewoners in dit deel van het land tegen: lama’s, alpaca’s en vicuña’s. Met dit open landschap waren ze ook niet heel moeilijk te vinden, heerlijk grazend. Als je deze dieren ziet, weet je dat je echt op hoogte begint te komen.

Na nog een poos stijgen, zagen we de top van de Chimborazo. Niet echt het hoogste puntje (want dat lag verscholen in de wolken), maar wel het bovenste en steilste stuk. Zoals gezegd bracht de bus ons tot een hoogte van circa 4.800 meter. Tot onze verrassing was er gewoon een restaurant met parkeerplaats. Degenen die het wat rustiger aan wilden doen (en het niet zo hadden op de kou op deze hoogte) verdwenen snel naar binnen, maar een aantal van ons hadden wilden de boel toch wel gaan verkennen. Zelf had ik nog een missie: naar de 5.000 meter. Wanneer heb je nou een kans om op die hoogte te komen? 200 meter omhoog over een netjes aangelegd pad, dat moest wel lukken. Vooral een kwestie van heel rustig aan lopen en rusten waar nodig. Het bleek nog best wel pittig (je komt onderweg echt zuurstof tekort), maar we hebben het met een paar mensen gehaald. Een mijlpaal om nooit te vergeten. Qua uitzicht viel er niet veel te genieten, we zaten vol in de wolken. Pas terug bij het restaurant trok de bewolking af en toe in flarden open, een mysterieus uitzicht tot gevolg. Voor ons geen bak koffie in het restaurant, de effecten van de hoogte begonnen bij sommigen toch al een beetje merkbaar te worden. Tijd dus om lekker te gaan afdalen naar Riobamba, wat met ruim 2.700 meter hoogte toch makkelijker te behappen is. Over Riobamba zelf morgen meer, na deze hoogte (en inspanning) was het in de avond vooral een kwestie van even bijkomen en vroeg naar bed.

Lees meer »

Ecuador dag 8: Baños de Agua Santa

We verbleven twee nachten in Baños, dus alle tijd om het stadje zelf en ook de omgeving nog eens te doorkruisen. Gisteren hadden we tijdens de rit door de Ruta de las Cascadas alleen de tijd om te stoppen bij de Pailón del Diablo, dus we konden nog wel even terug om nog wat meer te zien. En, naar bleek, ook te ondernemen. Het was een beetje een uitdagende opmerking van Armando, onze gids, maar we pakten de handschoen met alle plezier op. We stopten namelijk langs de weg bij een startpunt van een zipline. Ongeveer een kilometer lang, door een vallei naar beneden. Geen kleine stukjes dus, maar gewoon eenmalige volle snelheid naar beneden. Dat is wel wat voor mij, dus ik reageerde dat ik dat helemaal prima vond onder de voorwaarde dat hij ook zou gaan. Hierbij ook gelijk de kanttekening dat ik van de eerdere dagen al wist dat hij flinke hoogtevrees had. Hierna maakte hij de fout door te zeggen dat hij zou gaan als Frans (82 jaar, hartpatiënt, maar zeer zeker jong van geest) ook zou gaan. En aangezien Frans tegen mij al had gezegd dat hij best wilde als ik ook ging, was het zo geregeld. Frans en ik een mooi avontuur, Armando een paar minuten met doodsangsten.

De zipline was niet alleen een erg lange, maar ook een spectaculaire. Geen zittende hanghouding zoals je vaak ziet, maar meer een soort vogelvlucht. Eenmaal in een harnas gehesen, werd je met twee lussen op je rug aan twee katrollen gehangen. Met je gezicht naar voren werd je als een soort vogel (of in mijn geval meer Supergrover) richting vallei gelanceerd. Eerst nog de armen langs het lichaam om snelheid te maken, maar aan het einde (op aangeven van iemand die beneden aan het einde van de lijn stond) met de armen wijd om alvast iets af te remmen. Aan het begin de kabel het steilst naar beneden, dus al rap werd een snelheid van zo’n 70 kilometer per uur bereikt. Dat betekende dus dat de vlucht net iets minder dan een minuut duurde, bizar hoe snel dat ging. Maar ondertussen uiteraard niet vergeten om te genieten van het uitzicht. Eerst langs de flank van de helling, vervolgens hoog boven de woeste rivier, daarna langzaam al dalend boven de rivier en op het einde steeds lager boven de oever. Daar stonden gelukkig twee personen met touwen om de kabel om iedereen goed te remmen. Een fantastische ervaring, wat mij betreft een aanrader. Wat Frans betreft ook, hij kwam met een grote glimlach een paar minuten na mij aan. En wat Armando betreft: hij heeft het ook gedaan, wat dat betreft alle respect. Ik geloof alleen niet dat hij het ooit nog overdoet en ik denk ook dat hij bij een volgende groep wat minder praatjes zal hebben bij de zipline.

Zo veel actie en we waren nog maar halverwege de ochtend. Nog genoeg tijd om andere dingen te ondernemen. De volgende stop was ook niet echt geschikt voor mensen met hoogtevrees. Langs de rivier zagen we een grote waterval die vanuit de heuvels op de rivierbedding stortte. Die wilden we wel van dichterbij gaan bekijken en daarvoor maakten we gebruik van het openbaar vervoer. Geen bus, tram of trein, maar een kabelbaan. De mensen die in kleine dorpjes in de bergen wonen, laten zich met kleine kabelbaantjes naar de grote weg aan de overkant brengen. Vanaf daar rijden er kleine busjes die de mensen naar werk, school of markt brengen. Helaas zorgden wij als toeristen weer voor oponthoud, want wij wilden met de kabelbaan tot vlak bij de waterval komen om hem te bewonderen. Het voelde wel een beetje ongemakkelijk, er stonden ook gewoon mensen te wachten die naar de overkant moesten. Maar waarschijnlijk levert het goed geld op (ik gok dat wij een stuk meer betaalden), want degene die de kabelbaan bediende vond het helemaal prima. In het open gondeltje kwamen we zo ongeveer boven de waterval uit, een bijzonder plaatje. Net zoals dat ook gold voor het uitzicht over de vallei terwijl we over de rivier heen voeren.

Lees meer »

Ecuador dag 7: Cascada del Pailón del Diablo

Het Amazone regenwoud had ook vannacht weer zijn magische werking: werkelijk heerlijk geslapen. Helaas ook vandaag niet lang uitslapen, want we gingen weer ‘op verplaatsing’ naar de volgende (hopelijk mooie) plek in Ecuador: Baños de Agua Santa. Over deze plaats straks meer, maar eerst nog even iets over de rit er naartoe (en de hele mooie stop onderweg). Vandaag circa 3 uur rijtijd, maar ook dit keer was het geen straf. De rit ging over de Ruta de las Cascadas, wat vertaalt naar het Nederlands betekent ‘route van de watervallen’. Deze Ruta bevindt zich op het laatste stuk richting Baños de Agua Santa, weer net aan de rand van het Andesgebergte. Bij het stijgen vanuit het Amazone regenwoud richting Andes zagen we meerdere watervallen vanaf de weg.

Helaas geen tijd om te stoppen en alle watervallen van dichtbij te aanschouwen, maar voor eentje maakten we toch wel een uitzondering: Pailón del Diablo. Naar het Nederlands vertaald: ketel van de duivel. Het verhaal gaat dat deze naam is bedacht vanwege de enorme kracht waarmee het water hier naar beneden stort. Deze cascade is maar liefst 80 meter hoog en is toch wel de meest bekende op de Ruta de las Cascadas. Bij deze waterval dus wel een stop en we waren duidelijk niet de enige die dit plan hadden opgevat. Het is duidelijk dat de Pailón del Diablo een druk bezochte toeristische bezienswaardigheid is. Ons werd ook verteld dat de meeste toeristen die enkele dagen in Baños de Agua Santa verblijven, een bezoek brengen aan de waterval. Maar laat je hier niet door afschrikken, een bezoek loont echt de moeite. Op de parkeerplaats langs de weg konden we eerst nog wat eten en drinken of zelfs een poncho tegen het opspattende water inslaan. Zelf was ik van tevoren al gewaarschuwd voor de natte nevels van de waterval, dus ik had een regenjas meegenomen vanuit de bus. Vanaf de parkeerplaats is het een hele afdaling naar de verschillende uitzichtpunten. Neem dus minimaal twee uur de tijd om de waterval te bezichtigen.

Het wandelpad loopt eerst een stuk langs een woeste rivier, daarna begint een afdaling. Ongeveer halverwege het wandelpad naar de waterval is een barretje (en splitsing van de weg), waar je entree moet betalen. Wij namen eerst het linkerpad omhoog. Dit voert naar diverse uitkijkpunten dicht bij de waterval. De paden zijn voor iedereen toegankelijk. Op een bepaald punt kan je een steile, stenen trap naar beneden wandelen om ongeveer onderaan de waterval uit te komen. Let op: op deze route kun je een flinke dosis water verwachten. Camera’s dus op bepaalde punten goed onder je jas stoppen, of neem gewoon een waterdichte zak voor je camera mee. Op andere punten is het dan weer droger en kun je je camera pakken voor een foto. Maar de naam van de waterval is wel een terechte, wat een natuurgeweld!

Lees meer »

Ecuador dag 6: het Amazone regenwoud

Wat is het toch lekker slapen in het regenwoud. Net in bed is het nog een beetje wennen aan de geluiden van de jungle, maar daarna werkt het heerlijk rustgevend. Tel daar het geluid van de voor de hut langs stromende rivier bij op en je wordt echt zen. Heerlijk geslapen dus. In de ochtend wakker van de geluiden van de vogels en het heerlijke zonlicht dat door de ramen van de hut naar binnen scheen. Vanuit het bed (uiteraard pas nadat ik de gordijnen had geopend) een mooi uitzicht over de veranda heen richting de rivier. Zo zou je wel een poosje willen blijven liggen. Helaas was er toch gewoon een afgesproken tijd voor het ontbijt, dus toch maar in de kleren en richting het restaurant. Overigens is het hier wel constant uitkijken waar je loopt, want er wonen hier nogal wat dieren. Gisteravond tijdens het eten kwam er op een paar meter afstand over de vloer gewoon een grote vogelspin voorbijwandelen. Ook nog een sprinkhaan van 15 centimeter vlak voor mijn deur van het huisje, uitkijken dus waar je stapt. Slangen zitten er ook, maar deze hoef ik niet vlak voor mijn voeten te zien. Hoe dan ook blij met een goed afgesloten huisje en een klamboe. Verder goed insmeren met deet en dan valt het ongedierte je minder lastig.

Na het ontbijt was het tijd om een stuk de jungle in te lopen, kijken wat er aan planten en dieren te spotten zou zijn. Zoals gezegd zaten we een stuk buiten Tena, in een lodge aan de Napo rivier. Vanaf de lodge was het een kwestie van de weg oversteken en je liep zo de jungle in, bekend onder de naam ‘Bosque Lyarina’. Geen transfer met een bus dus, maar gewoon schoenen aan en gaan. Uiteraard ook een rugzak met voldoende water en wat te eten, want de klamme hitte is echt moordend. Er was genoeg regen gevallen, dus de luchtvochtigheid onder het bladerdek was erg hoog. Tempo aanpassen aan de hitte dus, op het gemak gingen we in een lange sliert door het regenwoud heen. Onze eigen gids Armando, die dus de hele reis bij ons was, kwam zelf uit deze regio en wist daarom heel veel van alles wat hier ook maar in de jungle leeft. De tocht door de jungle kende hierdoor ook veel momenten van stilstaan waar hij de nodige uitleg gaf. Bijzonder hoe veel de jungle ook kan leveren aan de mens in de zin van voedsel, medicijnen en hulpmiddelen. Verder hadden we met Armando de perfecte spotter van dieren, zonder hem hadden we al die hagedissen, spinnen en insecten nooit gezien. De vlinders konden we wel zelf vinden, met al die prachtige kleuren was het ook niet de moeilijkste opgave.

Eind van de ochtend waren we weer terug bij de lodge, waar de tijd aan de lunch werd gebruikt om nog even lekker af te koelen in het zwembad. Na het middagmaal moest iedereen weer in actie komen, want er stond een boottocht over de Napo rivier (Rio Napo) op het programma. Ook nu weer vertrek vanaf de lodge zelf, de boten konden beneden bij de rivier gewoon aanmeren. Geen uitgeholde boomstammen, maar prima boten met een stevige motor en ook een overkapping tegen de zon. Iedereen eerst een zwemvest aan en we konden aan boort. Tena is ook het leefgebied van de Quichua-indianen. De meesten wonen inmiddels in dorpen en zelfs ook Tena zelf, maar sommigen leven nog in kleine gemeenschappen in de jungle. Ergens langs de oever van de rivier is nog een soort authentiek dorpje dat (deels) dient als museum. In dit dorpje kunnen toeristen zien hoe de indianen hier traditioneel leven, met ook wat demonstraties over handwerk. Een leerzaam bezoek, al ben je binnen een uur wel weer klaar.

Lees meer »

Ecuador dag 5: van Otavalo naar Tena

Ruim 250 kilometer en volgens de routeplanner toch zeker wel zo’n 5 uur rijden, we hadden vandaag een flinke reisdag voor de boeg. Eindbestemming voor de dag was namelijk Tena, een stadje in het midden van het land. Deze plaats telt zo’n 20.000 inwoners en ligt aan de rand van het Amazonewoud. Nog wel gelegen op zo’n 600 meter hoogte, dus we zouden ook nog eens flink gaan afdalen. Waarom Tena? Dit stadje staat bekend als de poort naar de Amazone. In een omgeving van groene heuvels met meerdere watervallen ook de plek om actief te gaan doen: lekker veel hiken of bijvoorbeeld raften. We waren benieuwd.

Maar eerst dus nog een lange reisdag, maar onderweg gelukkig ook nog wel tijd voor wat leuks. De eerste stop was er eentje die goed was voor het welzijn: een heerlijke spa. Net ten oosten van Quito, op een hoogte van 3.250 meter in het Andes gebergte, ligt namelijk het dorp Papallacta. Twee kilometer buiten dit dorp ligt de Termas de Papallacta, precies op onze prachtige route naar Tena in het Amazone regenwoud. Hier zijn thermale baden en warmwaterbronnen, tijd dus voor een stop. Het weer was best fris, we zaten op deze hoogte opgesloten in de nevels en wolken. Snel dus maar omkleden en lekker in het warme bad. Het complex maakt onderdeel uit van een hotel, dus er waren prima voorzieningen. Kleedhokjes, toiletten douches en kluisjes, alles prima geregeld. Ook waren er prima zwembaden gebouwd die werden gevuld met het vulkanisch opgewarmde water. Vanuit het warme bad uitzicht op de groene heuvels, terwijl je de wilde rivier vlak langs het complex kon horen bulderen. Nadat we na een uurtje wel weer klaar waren om te vertrekken, hadden we nog wel even tijd om langs de oever van deze rivier te gaan kijken. Nog wat extra mooie plaatsjes dus. Daarna was het toch echt wel tijd om te vertrekken. In het warme busje kakte iedereen vervolgens goed in, het warme bad had iedereen best wel wat rozig gemaakt.

Lees meer »

Ecuador dag 4: Laguna de Cuicocha en Cascadas de Peguche

We verbleven twee nachten in Otavalo, dus er bleef hier nog een volle dag over om ook in de omgeving van het dorp nog wat bezienswaardigheden te gaan aandoen. Wij kwamen op twee te bezoeken plekken uit: een meer en een waterval. In de ochtend begonnen we bij het meer, de Laguna de Cuicocha. Dit beroemde kratermeer ligt ten noordwesten van Otavalo. Het ligt in het Cotacachi-Cayapas reservaat. Bij aankomst was er nog niets te zien van het meer, daarvoor moest eerst omhoog te worden gelopen naar de kraterrand. Dat was nog best steil omhoog, al was het slingerende pad breed en prima aangelegd met een verharding met keien. De hoogte (we zaten inmiddels op zo’n 3.100 meter hoog) zorgde er wel voor dat rustig aan gewandeld moest worden, we waren schijnbaar toch nog niet volledig aangepast.

Eenmaal boven was meteen duidelijk waarom het Cuicocha meer zo populair is, het uitzicht was werkelijk prachtig. Middenin het kratermeer twee eilandjes en verder uitzicht op de bergtoppen van Cotacachi (4.939 meter), Imbabura (4.630 meter) en Cayambe (5.790 meter) en vooral veel struiken die mooi in bloei stonden. Helaas waren we hier maar een uurtje, want ik had met alle plezier de volledige wandeling rond het kratermeer gemaakt. Ondanks dat er op de kraterrand een prima pad liep, zou dat nog steeds 4 tot 5 uur in beslag gaan nemen, bij lange na voor ons geen optie. En behalve de tijd hadden we dan ook wel wat beter voorbereid moeten zijn. Helaas bleef het dus bij een wandeling over een stuk van het pad, een half uurtje heen en toen weer terug. Grappig hoe anders het uitzicht gelijk weer was toen we afdaalden richting de bus. Het natuurlandschap werd direct ingewisseld voor agrarisch landschap. Nog steeds heel groen, maar toch echt iets heel anders.

Lees meer »

Ecuador dag 3: Otavalo

Het acclimatiseren op deze hoogte ging best goed, dus voor mij was het prima dat op dag 3 we echt aan het rondreizen begonnen. Eerst nog een stukje in noordelijke richt, bestemming voor vandaag is het (inmiddels best gegroeide) dorp Otavalo. Otavalo is een kleurrijk Indianendorpje in het noorden van Ecuador. Het ligt op een hoogte van circa 2.500 meter (iets lager dus dan Quito) en staat bekend om haar authentieke karakter. Zowel de Spaanse kolonisten als de moderne wereld hebben maar weinig grip gekregen op de regio en dat betekent dat je hier kennis kan maken met bijzondere tradities en gebruiken van de indianen. Dat beloofde dus veel goeds, we keken er naar uit. De rit van Quito naar Otavalo duurt ongeveer twee uur, dus gelukkig bij de eerste ‘verplaatsing’ niet gelijk een volle dag in de bus.

In de ochtend, onderweg naar Otavalo, nog een tussenstop bij een rozenkwekerij. Geen glazen kassen zoals wij die in Nederland gewend zijn, maar een soort bogen waar plastic folie overheen is gespannen. Ecuador blijkt dus gewoon een grote exporteur van bloemen te zijn, ook Nederland is een grote afnemer. De teelt van bloemen was dus ook professioneel opgezet, het waren ook flinke bedrijven. We kregen een uitgebreide rondleiding door de kassen, waarbij werd uitgelegd hoe de rozen werden gekweekt. Veel rozen waren ook erg kleurrijk (bijvoorbeeld roze, geel met blauw), deze soorten werden wat geholpen door ze ook (bij) te verven. Ook veel soorten die helemaal natuurlijk werden geteeld. Na de rondleiding door de kassen volgde ook nog een kijkje in de bedrijfshal, waar de geoogste rozen werden gesorteerd en verpakt. Vanaf daar laden in de vrachtwagens en direct door naar de luchthaven voor transport wereldwijd.

Terwijl we in de bedrijfshal stonden, werden we door personeel gewenkt om ze te volgen. Eerst nog geen idee waarom, maar toen ze naar boven wezen wisten we genoeg. Ondanks dat wij er niets van voelden, zwaaiden de tl-armaturen heen en weer. Er vond weer een aardbeving plaats, snel dus maar weer buiten verzamelen. Gelukkig viel de aardbeving qua kracht mee, waarschijnlijk een naschok van degene een paar dagen eerder. Ondanks dat we de rest van de reis geen aardbeving meer hebben meegemaakt waren we toch steeds alert. Kleding klaar naast het bed, net als een zaklamp, zodat we in geval van nood snel buiten konden staan. Het blijft toch wel een beangstigend fenomeen, waar we in Nederland gelukkig minder last van hebben (zeker in de Randstad, waar ik zelf woon).

Na het bezoek aan de rozenkwekerij reden we door naar Otavalo. Eerst inchecken in het hotel, daarna nog een korte wandeling door het dorp. Otavalo staat bekend om haar levendige markten waar indianenstammen uit de regio hun producten verkopen. Op het centrale plein van de stad, Plaza de Ponchos, vind je elke dag een markt vol kleurrijke kleden, mutsen, poncho’s, hangmatten en ander textiel, maar vooral op zaterdagen is het er een drukte van belang als ook de zijstraten worden overspoeld met marktkramen. Het is de ideale plek om mooie souvenirs te kopen, want alles wordt volgens lokale tradities met de hand gemaakt. Wij waren er helaas schijnbaar wat laat, want veel kramen begonnen al op te ruimen. Gelukkig toch nog wel de nodige artikelen (vooral die gebreide mutsen zijn leuk om weg te geven) kunnen kopen, maar daarna gingen we toch al snel richting de zijstraten, waar veel voedsel en andere zaken werden verkocht. Allemaal producten die door boeren uit de omgeving vers vanuit de kramen worden verkocht. Ondanks de drukte was het er een vriendelijk bedoeling, leuk om eens mee te maken.

Lees meer »

Ecuador dag 2: Mitad del Mundo

De naam Ecuador komt oorspronkelijk van het woord 'equator', wat evenaar betekent. Niet heel verbazingwekkend dus dat de evenaar door dit land loopt. Uitgerekend Quito ligt heel dicht bij de evenaar, deze loopt zo’n 26 kilometer ten noorden van het centrum van de stad. Na een stadswandeling in de ochtend gingen we in de middag nog voor een paar uurtjes naar de evenaar. Uiteraard is de evenaar zelf niet op het blote oog te zien, maar ten noorden van Quito hebben ze hiervoor het monument ‘Mitad del Mundo’ opgericht. Dit betekent middelpunt van de aarde en dat staat dus weer gelijk aan de evenaar.

Met de hele groep gingen we met het busje naar de locatie. Op de locatie viel gelijk een gigantisch groot (30 meter hoog) stenen monument op, met een grote bol bovenop. Dit monument, gebouwd in de periode van eind jaren zeventig tot begin jaren tachtig, zou precies op de evenaar staan. Over het terrein loopt ook een gele lijn, die van twee kanten op het monument uitkomt en die de evenaar aangeeft. Iedereen dus mooi op de lijn voor een foto op de evenaar met het monument op de achtergrond. Was dat alles wat er te doen is op deze plek? Nee, zeker niet. Op het terrein is ook het Museo de Sitio Intiñan gerealiseerd. Dit museum richt zich op de oude Ecuadoriaanse cultuur. Geen standaard museum, maar meer een museum zoals het openluchtmuseum en Archeon, met nagebouwde hutten, standbeelden en wassen beelden. Wel leuk om even doorheen te lopen en wat te leren over het land, maar binnen een uurtje ben je ook hier wel weer klaar.

Toch was er in dit museum wel even een verwarrend moment, want op een van de paden stond een bord dat de evenaar aangaf. Ook een dikke rode lijn. De locatie van het museum was echter dusdanig, dat dit niet ook de evenaar zou kunnen zijn. De gids had al de grootste lol, want hij kon weer een van zijn mooiste verhalen vertellen. Het 30 meter grote monument (waar wij dus al die foto’s hadden gemaakt) blijkt helemaal niet precies op de evenaar te staan. Recentere, veel nauwkeurigere metingen hebben namelijk uitgewezen dat de evenaar tientallen meters verder ligt dan eerder bedacht. En zo bleek de evenaar dus over het museum te lopen. En uiteraard grepen ze ook daar de mogelijkheid aan om hier aandacht aan te besteden, bijvoorbeeld door een aantal natuurkundige proefjes die je precies op de evenaar kan doen. En dat maakt het museum dan wel weer echt leuk. Het grote monument zal niet worden afgebroken of verplaatst, de grote hoeveelheden toeristen zullen het verder allemaal wel prima vinden. Na de trip weer terug naar Quito, nog een avond in deze stad te gaan.

Lees meer »

Ecuador dag 1 en 2: Quito

Door de eerdergenoemde korte voorbereiding voorafgaand aan de reis moest het ‘inlezen’ over Ecuador maar in het vliegtuig gebeuren. Gelukkig zat er in Den Haag, waar ik op dat moment werkte, een echte reisboekenwinkel die een mooie reisgids op voorraad had. Geen spannende thriller in het vliegtuig dus, maar een reisgids. Met lezen beginnen maar met Quito, dat was de eerste bestemming voor dit avontuur. Quito is de hoofdstad van Ecuador en is ook nog eens de hoogst gelegen hoofdstad van de wereld. Met een hoogte van 2.800 meter boven zeeniveau is het bij aankomst dus echt even wennen, even rustig aan doen is het devies. Verder viel er te lezen dat Quito wel wordt beschouwd als één van de mooiste steden van Zuid-Amerika. Het historische centrum van Quito herbergt prachtige koloniale gebouwen, het presidentieel paleis bijvoorbeeld wat zorgt voor een unieke sfeer. Verder ligt de stad tussen het Andesgebergte en de Pichincha-vulkaan, wat het ook weer tot een bijzondere stad maakt. Klinkt dus allemaal als een ideale plek om op hoogte te acclimatiseren.

Maar voordat Quito bewonderd kon worden, eerst nog maar eens even door alle plichtplegingen op de luchthaven. Langs de douane en vervolgens wachten op de bagage. Daarna op zoek naar de gids in de gekte van allerlei mensen met bordjes in de aankomsthal. Gelukkig was de gids snel gevonden. Er stonden al een aantal reisgenoten te wachten, dus gelijk maar even een eerste kennismaking in afwachting van de rest van de groep. Toen dat compleet was snel door naar de bus, waar we kennismaakten met de chauffeur. Daarna vertrokken we richting Quito om de eerste indrukken van dit land op te doen. Hemelsbreed ligt de luchthaven niet ver van de stad, maar door de bergen is het nog best een rit. Het hotel lag in het centrum van de stad, dus het was ook nog een kwestie van vol door de drukte van de stad rijden. Uiteindelijk waren we dus nog wel een poos op weg.

Het hotel was prima en lag net om de hoek van Plaza San Francisco en Plaza Grande, de centrale pleinen van de stad. Vanaf het hotel hebben we tijdens de eerste twee dagen de stad dus goed kunnen verkennen. Zo zijn we bijvoorbeeld naar de Virgen del Panecillo (ook wel Madonna de Quito of Virgin of Quito genoemd) geweest. Dit aluminium beeld staat op de top van de heuvel met de naam ’El Panecillo’. Deze heuvel ligt middenin het centrum, waardoor je bij het beeld ook nog eens een prachtig uitzicht hebt over de stad. Met een hoogte van 41 meter is het het hoogste standbeeld van Ecuador en ook één van de hoogste van Zuid-Amerika. Ter vergelijking: het standbeeld is hoger dan het wereldberoemde Christ the Redeemer in Rio de Janeiro. Het is het hoogste aluminium beeld van de wereld. Het beeld is hol van binnen en kan dus ook worden bezocht, al kun je niet naar de top. Bijzonder om deze constructie te zien. Het standbeeld is van grote afstand nog best oké, maar van dichtbij is het beeld met die aluminium panelen toch iets minder interessant. Maar het beeld is zeker wel een bezoek waard, al is het maar vanwege de prachtige uitzichten.

Op de heenweg werden we nog met de bus de heuvel op gebracht, maar het standbeeld was de start van een wandeltocht door het centrum. Vanaf de heuvel daalden we af over allemaal trappen en door smalle straatjes, zodat we echt een goed beeld kregen van het leven in deze grote stad. Overal kleine winkeltjes en werkplaatsen, buiten spelende kinderen en vrouwen onderweg met boodschappen. Verder afdalend kwamen we weer middenin het centrum, met de oude koloniale gebouwen en veel kerken uit de tijd van de Spanjaarden (bijvoorbeeld Basílica de Nuestra Señora de la Merced, Iglesia Católica San Francisco en Catedral Metropolitana de Quito). Verder een stop bij het Palacio de Carondelet, waar de regionale regering is gehuisvest. En vooral ook: de lokale cultuur beleven. Eten en een drankje bij lokale restaurants, de hele belevenis was leuk. Wat dat betreft is Quito een aanrader voor een paar dagen, zeker omdat er in de omgeving ook nog genoeg te doen is. Zo zijn we tijdens deze dagen ook nog naar Mitad del Mundo geweest, maar daarover in een apart verslag meer. Quito betekende in ieder geval een mooie start van deze reis.

Lees meer »

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.