Normaal ga ik altijd goed voorbereid op reis, waarbij ook het reisprogramma goed is doorgenomen. Door de voorbereidingen op ons huwelijk was dat er dit keer flink bij ingeschoten. Dat leverde vandaag een verrassing op. Het nationaal park Mikumi grenst aan de zuidkant aan de noordwestkant van Nyerere NP. Voor mijn gevoel zou vandaag dus een lange gamedrive zijn van het ene naar het andere zijn. Dat bleek dus geen optie, want het zuidelijke deel van Mikumi is niet doorkruisbaar door toeristen. Het zou vandaag dus een lange rit worden buitenom om naar het andere park te gaan.
Het eerste stuk van de rit was 50 km door Mikumi NP heen over de drukke weg. Een soort gamedrive dus weer, maar dan op hogere snelheid en alleen stops voor heel bijzondere dingen. Opvallend hoeveel bavianen er vandaag langs de weg bivakkeerden, we hebben er in totaal vele honderden gezien. Verder uiteraard nog vele impala's, giraffes en zelfs ook de nodige olifanten. Een mooi afscheid van Mikumi NP. Een uurtje verder verlieten we het park en reden direkt meer bewoond gebied binnen. Dorpjes en agrarische stukken wisselden elkaar af, totdat we nog eens 50 km verder de stad Moboro bereikten. Tot dan viel het met de drukte op de weg nog mee (want zondagochtend, dus veel mensen waren vrij), maar hier begon alles toch flink op te stropen. Allerlei verkeersroutes vanuit alle landen in de omgeving komen bij Moboro samen, waarna alles moet worden samengeperst in een laatste weg naar de havens van Dar es Salaam. Het laatste stukje dus nog file, tot we bij een grote rotonde in de stad een andere richting kozen.
Om verder richting Nyerere te gaan, moesten we dwars door de heuvels/bergen. Direct na het verlaten van Moboro reden we de zeer groene heuvels in. Asfalt werd een zandweg en de vele vrachtwagens waren vervangen door vele motoren en brommers. Bizar hoe hoog ze goederen achterop een motor weten op te stapelen en hoe veel mensen er op zo'n tweewieler passen. De heuvels en bergen zijn niet goed geschikt voor vrachtwagens, dus dan maar op deze manier alles en iedereen vervoeren. De zandweg was kort geleden weer opgeknapt (glad geschoven), dus het reed prima. Midden door het groene landschap met hier en daar een dorpje en ergens diep in het gebied zelfs een verrassend groot stadje, het was een leuke tocht. Wel best lang rijden, want pas aan het begin van de middag zagen we vanuit de bergen een vlakte ver beneden ons. Nog even afdalen en we reden door dit vlakke gebied. Hier vielen vooral de kuddes met runderen op. Eerst liepen ze ons consequent tegemoet. Eenmaal in een stadje bleek dat te zijn vanwege een wekelijkse veemarkt. Al die kuddes kwamen daar dus vandaan. Na het stadje werkte het andersom. We reden de kuddes op de weg in de rug tegemoet. Dit bleef zo tot misschien wel 15 kilometer van de markt vandaan, indrukwekkend welke afstanden ze lopend afleggen.
Nog een stadje door en om ongeveer half drie in de middag kon het laatste stuk van ongeveer 15 kilometer richting Nyerere NP. Het was voor ons vooraf niet geheel duidelijk, maar om bij onze lodge net buiten het park te kunnen komen, moesten we door het park heen. De lodge lag namelijk bij een andere ingang van het park. Toch nog een korte gamedrive vandaag, zelfs beginnend voor de poort (want de poort zelf ligt een stuk in het park). Al heel snel werden zwart-witte colobusapen gespot, dus snel camera's paraat en het dak omhoog. Klikken maar, de gamedrive was gelijk begonnen! Vlak na deze apen ook nog diadeemmeerkatten, wat een weelde. Dit stuk van het park is dichtbebost, dus hier ze je veel apen. Bij de ingang van het park nog even een stop voor een late lunch, met bijzondere voorbijgangers. Om de zoveel tijd liepen er wrattenzwijnen voorbij, onduidelijk of ze rondjes liepen of er steeds andere exemplaren langs kwamen paraderen. Uiteindelijk hebben we er op een gegeven moment drie tegelijk gezien, maar mogelijk waren het er dus meer.
Inmiddels was het half vier, nu begon het echt te kriebelen om nog even wild te spotten. Snel dus de auto in en rijden maar. Direct na de ingang kwamen we al snel veel dieren tegen, de redbuck was de eerste maar ook giraffes, wrattenzwijnen en zelfs een ietwat boze olifant lieten zich ook zien. De laatste bleek best wel mazzel te zijn, want hiervan zijn er niet zo veel. Dit heeft te maken met het verleden van Nyerere NP. Tot 2019 heette het gebied nog Selous Game Reserve. In het noordelijk gebied was er al de mogelijkheid tot gamedriven, verder naar het zuiden kon er voor veel geld worden gejaagd. Het olifantenbestand werd op die manier flink gedecimeerd. Om deze en andere redenen besloot de president van het land om er in ieder geval voor het grootste deel een nationaal park van te maken, zodat zaken beter geregeld en beschermd kunnen worden. Laten we hopen dat deze verandering de boel gaat verbeteren, al zal het niet van vandaag op morgen zijn. Aan de dieren merk je in ieder geval goed dat er tot voor kort op gejaagd is, ze zijn erg schichtig. Heel anders dan in andere parken in Afrika, je moet dus ook veel meer geluk hebben om iets te zien.
Wij hadden in ieder geval geen reden tot klagen, we zagen genoeg. Zelfs een grote kudde elandantilopen werd gespot, een zeldzaamheid. Scheelt mogelijk ook dat we de andere (niet standaard) ingang namen, we kwamen totaal geen anderen tegen. Hierbij maakte het ook nog eens uit dat we een afslag gemist hadden en op een doodlopende weg naar een waterkrachtcentrale hadden genomen. Daar kwamen we pas achter bij het hek van de centrale. Grootste probleem: die weg was 22 kilometer lang en die afstand moesten we ook nog eens terug. Om vervolgens nog eens 50 kilometer richting de andere poort te rijden. En dat terwijl je eigenlijk voor donker het park uit moest. Ben zei dat er niet veel aan de hand was, maar het feit dat hij met soms 90 kilometer per uur over de zandweg raasde deed ons anders vermoeden. Eenmaal op de juiste weg deed hij wel weer wat rustiger aan, maar het was nog steeds goed doorrijden. Hij nam wel de tijd om te stoppen als we iets leuks zagen, bijvoorbeeld op een vlakte waar echt heel veel grazers stonden. Uiteindelijk moesten we ook onderweg aan een tegemoetrijdende ranger uitleggen waarom we zo laat waren, iets doet ons vermoeden dat Ben flink zijn excuses moest aanbieden.
Om ongeveer 18.30 uur (het was al bijna donker) kwamen we aan bij de poort. Snel even afmelden en door naar de lodge. Deze lag in een dorp op een paar kilometer van de poort. Hier was nog even de nodige reuring, want er liep een kudde olifanten door het dorp. Wij in ieder geval snel door naar de lodge. Even inchecken, snel omkleden en gelijk aan het diner. Na het diner werden we nog even gewaarschuwd dat er olifanten bij het huisje liepen (waarschijnlijk dezelfde die eerder in het dorp liepen), er ging voor de zekerheid maar even een bewaker mee. Voorbij het huisje zag je de nodige struiken en bomen bewegen, je kon de olifanten ook goed ruiken. Ze waren onderweg naar de rivier en hadden weinig interesse in ons. Wij in ieder geval blij veilig in het huisje te zijn, duidelijk dat je goed om je heen moet kijken als je van of naar je huisje gaat. Nu konden we in ieder geval lekker naar bed, morgen vroeg op.
Reactie plaatsen
Reacties