Vandaag alweer naar het vierde wildpark deze reis: Mkomazi NP. Helemaal in het noorden, grenzend aan Kenia. Net zo onbekend bij het grote publiek als de eerdere drie parken, dus ook hier hoef je niet veel andere toeristen te verwachten. Wij zijn in ieder geval heel benieuwd. Maar voordat het zover is, moet er nog een stuk worden gereisd. We verlaten Lushoto in de Usambara mountains en in een uurtje dalen we terug af naar de doorgaande hoofdweg waar we twee dagen daarvoor vandaan kwamen. Van daar richting Mkomazi NP, waar we nog eens twee uur later aankwamen. Geen lange reisdag dus vandaag, dat betekent dus meer tijd om op zoek te gaan naar wilde dieren.
Eerst moet dan wel het entreegeld voor het park worden betaald en dat nam een flinke tijd aan administratieve handelingen in beslag. Niemand in de rij en het personeel gewoon aanwezig, maar toch 25 minuten voordat de poort voor ons open ging. Maar gelukkig hadden een aantal dieren netjes op ons gewacht (dat houden we onszelf maar voor), er was al snel genoeg te zien. Het eerste stuk gamedriven was maar een korte, want ons kamp lag slechts enkele kilometers van deze ingang van het park. Eerst even inchecken en de koffers op de kamer. Daarna een snelle lunch en gelijk weer op pad. We waren een beetje ongeduldig om weer wild te gaan spotten. Ook nu al weer snel de eerste dieren, vooral toen we op de meer open vlaktes kwamen. Giraffes worden vanwege de lange nek op deze vlaktes heel makkelijk gezien, maar ook de zebra's, elandantilopes en oryxen waren niet te missen. Later nog hartebeesten, struisvogels en een glimp van de grant's fazelle. De bingokaart liep dus lekker vol.
Binnen het park hadden we nog twee speciale gebieden te bezoeken. Allereerst een afgeschermd gebied ter bescherming van (en voor het fokprogramma van) de zwarte neushoorn. Het is nu eenmaal makkelijker om ze in zo'n gebied te beschermen dan als ze door het hele park zwerven. Van kooien kun je echter niet spreken, het zijn gebieden van vele vierkante kilometers. Er zijn twee zogenaamde sanctuaries, waarvan er één te bezoeken is door toeristen. Bij de ingang moesten we wel van voertuig wisselen. In een open voertuig gingen we met een ranger op pad. Deze opvang is in drie delen opgesplitst. In de twee grootste delen wonen ieder één mannetje en twee vrouwtjes (en inmiddels wat jongen), in het derde deel een wees neushoorn. In het eerste deel hadden we snel een mannetjesneushoorn en een vrouwtjesneushoorn met jong gespot. Vooral het vrouwtje met jong was erg schichtig, dus het werd een ruwe rit door de bush om ze een beetje goed te kunnen zien. Het mannetje maakte zich over ons niet zo druk, hij wilde gewoon achter het vrouwtje aan om te zien of er gepaard kon worden. Verder dan zoenen kwam het echter niet.
Na het eerste deel volgde een kort bezoek aan de weesneushoorn. Sinds ze drie maanden oud was, had ze geen moeder meer. De zorg is sindsdien overgenomen door twee parkwachters. De inmiddels vijfjarige neushoorn is dus totaal gewend aan mensen en vind het heerlijk om tegen de jeep aan te schuren. Geen idee of zij ooit nog het wild in zou kunnen, misschien leert ze wel weer neushoorngedrag als ze oud genoeg is om bij andere neushoorns te worden geïntroduceerd. In het derde deel van het gebied zagen we dat het terrein toch echt best groot is. Twintig minuten rondrijden en geen spoor gevonden. Wel veel andere dieren, die hier ook gewoon wonen om een zo natuurlijk mogelijke situatie na te bootsen. Alle dieren behalve olifanten, want zij zouden te veel concurreren om het aanwezige voedsel. Terug in het eerste gebied weer dezelfde neushoorns gezien (er liep daar ook een ranger, dat verklaart wel wat), waardoor er weer een wilde rit volgde achter deze dieren aan. Er werden zelfs struiken omver gereden.
Heel wat krassen (van rondzwiepende takken) maar ook mooie ervaringen rijker stapten we weer over in de wagen van Ben. Toch wel blij dat hij met wat meer beleid rondrijdt. Na een korte rit kwamen we aan bij nog een sanctuary, namelijk voor de afrikaanse wilde hond. Hier geen gigantusch gebied, maar een klein omheind terrein. Zeven vrouwtjes en één mannetje moeten voor nageslacht gaan zorgen. Belangrijk voor de soort, want in het complete natuurgebied (inclusief het Keniaanse deel) loopt nog maar één roedel rond in het wild. Hopelijk wordt dit programma dus een succes. Voor nu was het wel even indrukwekkend om deze dieren van dichtbij te zien, maar hopelijk komt er toch ooit een dag om ze echt vrij te zien rondlopen.
Inmiddels was het laat in de middag, tijd om weer richting lodge te gaan rijden. Uiteraard op slakkentempo, want juist in dit laatste uur voor zonsondergang is de kans het grootst om mooie dieren te zien. En dat hebben we geweten. Inderdaad veel verschillende dieren, maar toch één extra bijzondere: een cheetah. Ben had aan het begin van de reis nog gezegd dat we nergens een cheetah zouden gaan zien, daarvoor zouden we naar de Serengeti of Ngorogoro krater moeten gaan. Hij was dus zelf nog het meest verbaasd dat hij ineens in de struiken naast de weg een cheetah zag. Het dier was net zo verbaasd om ons te zien en ging er dus snel vandoor. We konden echter makkelijk volgen waar hij heen ging, dus parallel volgden wij de weg. Op een gegeven moment liep hij een termietenheuvel op om de omgeving te overzien. Voor ons een echt wauw-moment. Ook na dit gigantische mazzelmoment (van de mensen die er werkten had nog niemand ooit een cheetah in dit park gezien) was er nog steeds veel te zien, al werd het steeds donkerder. Op een gegeven moment dus maar gewoon doorrijden, het eten stond al ongeveer klaar.
Na het eten naar de kamer, we hadden het nog niet goed bekeken. Het bleek al snel de minste tot nu toe: een knetterhard bed, alleen maar een dik deken (terwijl het in de kamer gewoon warm was), geen klamboe en nauwelijks water uit de douche. Dat was even schakelen. Maar even afwachten of we een beetje kunnen slapen vannacht.
Reactie plaatsen
Reacties