Na het verblijf in Miraflores kon het echte rondreizen gaan beginnen. Er werd langs de kust koers gezet in zuidelijke richting, tot aan de stad Pisco. Voor de kust van deze stad liggen de Ballestas-eilanden (Islas Ballestas). Ze worden ook wel de Peruaanse Galápagos (Galápagoseilanden) of de Galápagos van de armen genoemd, vanwege de uitbundige aanwezigheid van maritieme zoogdieren en vogels. Vanaf de haven van Pisco lagen al de nodige snelle boten klaar om een vaartocht rond deze eilanden te maken. Iedereen een zwemvest aan, gordels om en vol gas op pad. Een eerste stop was nog voor de kust, want vanaf het water is de Paracas kandelaar (Paracas candelabra), ook wel de kandelaar van de Andes genoemd, erg goed zichtbaar. Het is een bekende prehistorische geoglief gevonden op de noordkant van het Paracas-schiereiland in Pisco Bay. Het is gemaakt op een hoge heuvel en heeft een hoogte van maar liefst 181 meter. De eerste stop met de boot was dus een erg leuke.
Na de kandelaar snel door naar de Ballestas-eilanden. Deze zijn verboden om te betreden, alles werd dus bekeken vanaf de boot. De eilanden bestaan eigenlijk alleen uit rots, er groeit nagenoeg helemaal niets. Toch zijn de eilanden helemaal afgeladen vol met allerlei dieren. Naast zeeleeuwen gaat het dan vooral om vogels: pinguins, pelikanen en aalscholvers zijn er in gigantische hoeveelheden te vinden. De eilanden slaan helemaal wit uit van de vogelpoep. Eens in de vijf jaar wordt het eiland betreden om de 'guano' weg te scheppen, deze wordt vervolgens verkocht als mest. Al met al in ieder geval een bijzonder beeld om deze (over)bevolkte rotsen te aanschouwen. Na ongeveer een uurtje ging de boot weer vol gas in de richting van Pisco. De ruige zee zorgde er toch wel voor dat iedereen het weer fijn vond om met beide benen op vaste bodem te staan.
























Reactie plaatsen
Reacties