We verbleven twee nachten in Baños, dus alle tijd om het stadje zelf en ook de omgeving nog eens te doorkruisen. Gisteren hadden we tijdens de rit door de Ruta de las Cascadas alleen de tijd om te stoppen bij de Pailón del Diablo, dus we konden nog wel even terug om nog wat meer te zien. En, naar bleek, ook te ondernemen. Het was een beetje een uitdagende opmerking van Armando, onze gids, maar we pakten de handschoen met alle plezier op. We stopten namelijk langs de weg bij een startpunt van een zipline. Ongeveer een kilometer lang, door een vallei naar beneden. Geen kleine stukjes dus, maar gewoon eenmalige volle snelheid naar beneden. Dat is wel wat voor mij, dus ik reageerde dat ik dat helemaal prima vond onder de voorwaarde dat hij ook zou gaan. Hierbij ook gelijk de kanttekening dat ik van de eerdere dagen al wist dat hij flinke hoogtevrees had. Hierna maakte hij de fout door te zeggen dat hij zou gaan als Frans (82 jaar, hartpatiënt, maar zeer zeker jong van geest) ook zou gaan. En aangezien Frans tegen mij al had gezegd dat hij best wilde als ik ook ging, was het zo geregeld. Frans en ik een mooi avontuur, Armando een paar minuten met doodsangsten.
De zipline was niet alleen een erg lange, maar ook een spectaculaire. Geen zittende hanghouding zoals je vaak ziet, maar meer een soort vogelvlucht. Eenmaal in een harnas gehesen, werd je met twee lussen op je rug aan twee katrollen gehangen. Met je gezicht naar voren werd je als een soort vogel (of in mijn geval meer Supergrover) richting vallei gelanceerd. Eerst nog de armen langs het lichaam om snelheid te maken, maar aan het einde (op aangeven van iemand die beneden aan het einde van de lijn stond) met de armen wijd om alvast iets af te remmen. Aan het begin de kabel het steilst naar beneden, dus al rap werd een snelheid van zo’n 70 kilometer per uur bereikt. Dat betekende dus dat de vlucht net iets minder dan een minuut duurde, bizar hoe snel dat ging. Maar ondertussen uiteraard niet vergeten om te genieten van het uitzicht. Eerst langs de flank van de helling, vervolgens hoog boven de woeste rivier, daarna langzaam al dalend boven de rivier en op het einde steeds lager boven de oever. Daar stonden gelukkig twee personen met touwen om de kabel om iedereen goed te remmen. Een fantastische ervaring, wat mij betreft een aanrader. Wat Frans betreft ook, hij kwam met een grote glimlach een paar minuten na mij aan. En wat Armando betreft: hij heeft het ook gedaan, wat dat betreft alle respect. Ik geloof alleen niet dat hij het ooit nog overdoet en ik denk ook dat hij bij een volgende groep wat minder praatjes zal hebben bij de zipline.
Zo veel actie en we waren nog maar halverwege de ochtend. Nog genoeg tijd om andere dingen te ondernemen. De volgende stop was ook niet echt geschikt voor mensen met hoogtevrees. Langs de rivier zagen we een grote waterval die vanuit de heuvels op de rivierbedding stortte. Die wilden we wel van dichterbij gaan bekijken en daarvoor maakten we gebruik van het openbaar vervoer. Geen bus, tram of trein, maar een kabelbaan. De mensen die in kleine dorpjes in de bergen wonen, laten zich met kleine kabelbaantjes naar de grote weg aan de overkant brengen. Vanaf daar rijden er kleine busjes die de mensen naar werk, school of markt brengen. Helaas zorgden wij als toeristen weer voor oponthoud, want wij wilden met de kabelbaan tot vlak bij de waterval komen om hem te bewonderen. Het voelde wel een beetje ongemakkelijk, er stonden ook gewoon mensen te wachten die naar de overkant moesten. Maar waarschijnlijk levert het goed geld op (ik gok dat wij een stuk meer betaalden), want degene die de kabelbaan bediende vond het helemaal prima. In het open gondeltje kwamen we zo ongeveer boven de waterval uit, een bijzonder plaatje. Net zoals dat ook gold voor het uitzicht over de vallei terwijl we over de rivier heen voeren.
























Nog een laatste activiteit/locatie voordat we terug zouden gaan naar ons hotel in Baños, maar deze locatie heeft wat uitleg nodig. Hevige vulkanische activiteit van de Tungurahua vulkaan in september 1999 zorgde ervoor dat Baños aan de voet van de vulkaan ontruimd moest worden. Op 1 november in hetzelfde jaar mochten de bewoners weer terug keren naar hun stadje. Gelukkig was Baños gespaard gebleven van lava en was er alleen schade van as en klein gesteente. Oud militair en vrijwillige brandweerman Carlos Sanchez Carrasco was echter zo geschrokken van deze uitbarsting dat hij iets wilde doen om in de toekomst zijn familie te kunnen beschermen. Hij besloot een observatiekamp op te zetten op een stukje grond van de familie gelegen tussen de vulkaan en Baños. De eerste jaren bracht Carlos vaak weken alleen door op ‘zijn heuvel’ met uitzicht over de Tungurahua vulkaan. Hij schreef alle activiteit van de vulkaan nauwkeurig op en kreeg later ook een directe verbinding met het Geofysisch Instituut in Quito. In 2006 bouwde hij volgens militair ontwerp een eenvoudige uitkijkpost in een boom, zodat hij beter zicht zou hebben op de vulkaan en zelf beter beschermd was tegen de elementen. Later voegde hij een eenvoudige schommel toe om zijn kleinkinderen over te halen om vaker op bezoek te komen. Vooral facebook zorgde ervoor dat toeristen langzaam maar zeker lucht kregen van deze nieuwe ‘attractie’. Toen begin februari 2014 een foto van een toerist op de schommel met een rokende Tunguahua vulkaan op de achtergrond een prijs won als beste foto in het tijdschrift National Geographic in de categorie reizen, was het hek van de dam. Nu komen er dagelijks tientallen, tot soms zelfs over de honderd bezoekers naar Casa del Arbol en haar schommel. Even schommelen met het uitzicht op de vulkaan, dat wilden wij ook wel. Dat schommelen ging zeker lukken, dat uitzicht viel tegen. We zaten op het moment dat we er waren namelijk volledig in de wolken. Geen uitzichtplaatjes dus, maar meer schommelen in het grote, grijze niets. Ook wel bijzonder, omdat je echt het gevoel hebt dat je boven een afgrond schommelt.
In de middag knapte het weer in Baños lekker op, er ontstond gelijk zin om er nog even op uit te gaan. Onze chauffeur Jorge had een vrije middag, dus het werd gewoon een fijne wandeling vanaf het hotel. Eerst nog een stukje door de rand van het stadje, waarbij we langs een basketbalveldje en een schooltje kwamen, en daarna de heuvels in aan de rand van Baños. Nog een paar boerderijtjes (met gelukkig wel blaffende, maar niet bijtende honden) en daarna alleen maar groen. We klommen steeds hoger en hoger over best prima paden, tot we op de top van een heuvel stonden. Even omdraaien en we hadden vol zicht over Baños, omringd door groene heuvels. Dit was het klimmetje wel waard. Nog even bijkomen van de klim en daarna op het gemak weer afdalen terug naar het stadje. Ook weer niet te veel op het gemak, want de meesten hadden nog wel een massage-afspraak staan. Dat gold ook voor mij, dus na deze leuke wandeling werden gelijk de spieren weer soepel gemasseerd. Een momentje van rust, heerlijk! In de avond weer lekker naar het centrum voor een goede maaltijd en een boel gezelligheid.
Reactie plaatsen
Reacties