De (erg leuke en nuttige) site van We are Travellers meldt over de stad Cuenca het volgende: “Met ongeveer 350.000 inwoners is Cuenca de 3e stad van Ecuador. Als je de stad bezoekt, dan voelt deze echter niet aan als een grote stad. Misschien komt dat door de vele oude bouwwerken of omdat Cuenca op een hoogte ligt van 2530 meter en wordt doorkruist door 4 riviertjes: de Tomebamba, Tarqui, Yanuncay en Macháncara rivieren. De officiële naam van Cuenca is door die 4 riviertjes overigens ook “Santa Ana de los Cuatro Ríos de Cuenca”. De stad is vernoemd naar de gelijknamige stad in Spanje, waar toevallig ook 4 rivieren doorheen stromen. Als bijnaam wordt de stad ook wel: “Atenas del Ecuador” of “Het Athene van Ecuador” genoemd, vanwege haar architectuur en rijke cultuur.” Nog wat verdere feiten van Wikipedia: “Op de plaats van het huidige Cuenca stond aan het begin van de 16e eeuw een Incastad genaamd Tomebamba. De Incaleider Túpac Yupanqui had omstreeks 1500 op die plaats in een bloedige veldslag de Cañari-Indianen verslagen. Hij bouwde vervolgens de stad Tomebamba, die de stad Cuzco moest overtreffen in praal en luister. Toen in 1547 de Spanjaarden het gebied bereikten was Tomebamba echter volledig verwoest, als gevolg van de strijd tussen keizer Atahualpa in Quito, en zijn broer Huáscar in Cusco. De Cañari-Indianen hadden de zijde van Huascar gekozen, hetgeen in de regio van Cuenca tot hevige strijd leidde. Van de stad Tomebamba zijn uitsluitend een paar muurresten overgebleven aan de oevers van de rivier.”

Genoeg feitjes en weetjes voor nu, we gaan verder met onze eigen belevenissen in Cuenca. Vandaag een volle dag in deze stad, die ook wel de prettigste stad van het land wordt genoemd. Nu hebben wij uiteraard niet alle steden in dit land bezocht, maar in deze stad hing inderdaad wel een fijne sfeer. Tranquilo is in het Spaans wel het juiste woord. In de ochtend een rondwandeling met onze gids door het centrum van de stad. Nu 9 jaar na deze tocht weet ik uiteraard niet meer exact welke plekken zijn bezocht, maar er is wel een beeld bijgebleven van smalle klinkerstraatjes, knusse pleinen, koloniale gebouwen en vooral veel kerken. Cuenca telt 52 kerken, je zou in een jaar dus iedere zondag een andere kunnen bezoeken. Ook veel marktjes die je heerlijk op het gemak kan afstruinen.

In de middag gingen we de ultieme toerist uithangen: een rondrit in zo’n toeristenbus waarbij je op het dak in het zonnetje kan gaan zitten. In het centrum ging het vanwege het drukke verkeer zo ongeveer langzamer dan te voet, maar eenmaal buiten het centrum schoten we een stuk meer op. En het gaf de mogelijkheid twee extra plekken te bezoeken: de archeologische vindplaats ‘Ruinas de Pumapungo’ en het uitzichtpunt Mirador de Turi bovenop een berg. Aan het einde van de rit nog een stop bij een fabriek waar de echte panamahoeden worden gemaakt. Die hoeden staan mij niet, maar een aantal reisgenoten ging met een kwaliteitshoed naar huis. In de avond nog een korte wandeling door het centrum met uiteraard een goede culinaire stop onderweg. Zelf ben ik niet zo van de grote steden, maar zoals al aangegeven voelt deze stad prettig aan. Bijna zonde om morgen door te reizen, er was nog wel meer te zien.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.